Stop toch eens met die persconferenties

31 March 2025, 16:57 uur
Columns
mainImage

De scheidsrechter kan elk moment GAAN affluiten. Benieuwd wie die vrije trap zal GAAN nemen. De trainer zal zo twee extra aanvallers GAAN brengen. Dankzij Ajax is de kans groter geworden dat Feyenoord de tweede plaats kan GAAN halen. Volgend seizoen zal ADO Den Haag waarschijnlijk in de Eredivisie GAAN spelen.

U moet eens opletten hoe vaak voetbalverslaggevers op radio en tv het woordje GAAN gebruiken. Onzin, nergens voor nodig, GAAN is negen van de tien keer een overbodig woord. De scheidsrechter kan elk moment affluiten. Benieuwd wie die vrije trap zal nemen. Enzovoort. Zelfs de meest ervaren commentatoren bezondigen zich eraan. En niemand die ze tot de orde roept. Niemand die het tegen ze zal GAAN zeggen. Dus zal ik het op deze plaats maar GAAN doen. Dames en heren verslaggevers, probeer uw best te doen het woordje GAAN niet meer te GAAN gebruiken wanneer dat niet nodig is. Dank u.

Dan de persconferenties. Die ergeren me minder, ze werken zelfs op mijn lachspieren. Zo’n brede desk waarachter een trainer of speler zit. Op de achtergrond honderdduizend logo’s van bedrijven, strak en netjes in horizontale en verticale rijen, zoals de stadsplattegrond van Manhattan. Niemand die zich na afloop herinnert van welke bedrijven die logo’s ook alweer waren. De bomen en het bos. Maar ach, ze betalen dat circus en denken dat het enig effect sorteert. Weten zij veel.

Dan de dames en heren in de zaal, het gehoor dat vragen mag stellen. Ik ga er altijd voor zitten. Biertje en borrelnootjes binnen bereik. Plus pen en papier waarop ik turf hoeveel vragen belangwekkend zijn en hoeveel te dom voor woorden. Zoals voor de miljoenste keer aan Farioli vragen wanneer hij nu eindelijk het woordje Kampioenschap in z’n mond zal GAAN nemen. De klasse van de Ajax-trainer is, behalve zijn prestaties op het veld, dat hij die niet al te snuggere vraag nog netjes beantwoordt ook. Keer op keer. In gedachten schudt hij z’n hoofd. Maar hij beheerst zich. Ach ja, zal hij denken, journalistjes. Of je nu in Italië werkt, Turkije, Frankrijk of nu in Nederland, ze zijn kwalitatief allemaal van hetzelfde niveau.

Serieus. Je zult anno vandaag maar zo’n journalist wezen. Al jaren vul je je papieren of digitale medium, praat programma’s aan elkaar, podcast er een eind op los, blogt en vlogt en weet ik wat je allemaal nog meer doet. En dan steeds weer naar zo’n hemeltergende persconferentie moeten. Niet de jongste bediende er naartoe sturen. Nee, jij als routinier gaat daar zitten met je notitieblokje en stelt een of meer intellectuele vragen. Waarom speelde Jantje wel en Pietje niet? Waarom 3 centrale verdedigers en geen 2? Wanneer is Kareltje weer fit? En o ja, is het waar dat jullie volgend seizoen misschien Henkie GAAN halen?

Ooit was er een tijd zónder persconferenties. Ook toen verschenen er wedstrijdverslagen in dag-, week- en maandbladen en werd er op radio en tv aandacht besteed aan profvoetbal. Inhoudelijk exact zoals nu. Taalkundig veel beter, creatiever en interessanter. Maar vooral geproduceerd door journalisten die er zelf verstand van hadden. Die geen persconferentie nodig hadden om hun volgers – dat woord bestond toen nog niet – duidelijk te maken wat ze hadden gemist. Die geen behoefte hadden aan al die cliché antwoorden van spelers en trainers. Ik kijk reikhalzend uit naar de eerste club die na afloop van een wedstrijd géén persconferentie geeft. Of naar het moment dat, als er toch weer zo’n voorstelling wordt gegeven, er niemand komt opdagen. Zal niet gebeuren, ben ik bang. Maar ik blijf hopen.