Toeslagenaffaire? Misdadig. Maar het laat de kiezer koud

5 January 2021, 00:36 uur
Columns
mainImage

Als je met willekeurige mensen kletst over de toeslagen-affaire, is er op z'n allerbest een wazig onderkenning waar het over gaat. Als je mensen dan expliqueert dat het om de grootste misdaad gaat die sinds WWII door de overheid tegen haar eigen bevolking is gepleegd, kijken ze je compleet vol verwondering aan. En dat Corona-koning Rutte, die zo zachtmoedig en meelevend op TV verschijnt, daar medeschuldig aan is, dat is het helemaal een brug te ver.

Als ik mensen vertel over de Rutte-doctrine, het frustreren van wob-verzoeken, het niet of onjuist informeren van de Kamer, het slachtofferen van argeloze burgers en noem de rest van het onbehoorlijke bestuur maar op, dan kijken ze mij aan met een blik vol ongeloof.

Het beeld wat zij bij Rutte hebben is een goedlachse meneer die fluitend op zijn fiets naar zijn werk gaat en zo iemand “doet zulke dingen toch niet?”. Dat is meer iets voor regeringsleiders in Oost-Europa of die nare Trump. Als er überhaupt iets ongunstigs blijft kleven, dan weet de VVD dat altijd andere partijen aan te smeren of het uit te wrijven in de breedste zin zodat ze zelf buiten schot kan blijven. De gemiddelde burger ziet liever “staatsman” Rutte speeches geven bij de NOS en interviews in kranten die tot op de komma zijn voorgekauwd door persvoorlichters.

De toeslagenaffaire, het leeft totaal niet onder de burgers. Toch is de demoralisatie en het gebrek aan vertrouwen in de politiek nog nooit zo groot geweest.

Echter, het gebrek aan vertrouwen leidt bij de kiezers niet tot het gedrag dat je zou veronderstellen: niet stemmen of protesterend stemmen. Nee, het leidt juist tot meer bemoediging voor het partijkartel. De zogenaamde middenpartijen. Partijen die over de grote thema’s (immigratie/integratie, klimaat en Europese Unie) niet van elkaar te onderscheiden zijn.

Als je een gemiddelde motie van D66 neemt, het partijlogo eraf haalt en je laat de motie zien aan de eerste beste voorbijganger (of zelfs honderd voorbijgangers), zal hij/zij onmogelijk de partij kunnen gissen. Het antwoord op elk probleem van deze zogenaamde middenpartijen is namelijk altijd meer meer meer overheid. En kiezers die zich hebben afgekeerd van de politiek, die niets meer willen weten over essentiële kwesties, die zijn een eenvoudige prooi voor de gladde praters van de gevestigde macht. 

Mark Rutte vroeg zich recent in een interview in een landelijk blad af of de toeslagenaffaire een smet op zijn premierschap is. Hij moest “erover nadenken”.

Gezien de peilingen is dat inderdaad geen smet op Mark Rutte zijn premierschap. Veel is er gezegd en geschreven over het gevaar van populisme en over de aantrekkingskracht van populistische partijen op de ongeïnformeerde kiezers. Echter, kijkend naar de peilingen, is de aantrekkingskracht van de gevestigde partijen ongeëvenaard.

De gevestigde orde hoeft zich totaal geen zorgen te maken: eenmaal in het stemhokje zal de ongeïnteresseerde en vaak gedesillusioneerde kiezer altijd het vakje rood kleuren bij een traditionele machtspartij. Alles wat ik hier beargumenteer, alle argumenten heen en weer, alle stevige analyses en onderbouwde kritiek, het slaat allemaal dood op een muur van lethargie, opgetrokken door de mensen waar het allemaal om gaat: de kiezers.

Het gezegde Onwetendheid is gelukzaligheid vindt zijn oorsprong in Thomas Gray's gedicht "Ode on a Distant Prospect of Eton College".

Ik moet de laatste tijd hier veel en lang aan denken…