Tweede generatie

24 November 2024, 22:43 uur
Columns
mainImage

“Het interesséért de kinderen gewoon niet,” zei de Zeer Oude Mevrouw tegenover me. Ik vroeg hoopvol hoe oud ze waren.

“Nog geen vijftig,” zei ze.

En ik: “Dan kan het best later komen, hoor.” We keken elkaar even aan en wisten wat de ander dacht: of zij er dan nog zou zijn om hun vragen te beantwoorden.

Maar zoiets zeg je niet hardop.

De Zeer Oude Mevrouw behoorde tot de Eerste Generatie.

Haar kinderen waren toen drukdrukdruk: met de kinderen, met werk, met zichzelf, met alles.

Dat snapte de mevrouw en ik ook.

Stapje vooruit in de tijd naar nu-vandaag.

De Tweede Generatie is in een rustiger fase gekomen.

Kinderen de deur uit. Tijd voor nadenken. Dan: alwéér een rouwkaart met een uitnodiging voor een uitvaart.

Dan voelt een mens: straks ben ik aan de beurt, en wie ben ik eigenlijk? Waarom heb ik met een half oor naar al die familieverhalen geluisterd zonder wat op te schrijven?  Aan wie kan ik nog wat vragen?

Zelfverwijt. Schuldgevoel. Maar ook: verlangen naar wel-weten. Dat is een gevoel waar liefde in zit: liefde voor de vorige generaties, liefde voor de familie, liefde voor het Indische.

Misschien is het niks-opschrijven van eerder wel een compliment voor de opvoeding. Destijds was de Tweede Generatie  jong en wat was toen het motto?

“We zijn nu hier, in Nederland.”

Het aanpassen en meedoen lukte vaak goed. Plus dan het vaak drukke leven met werk en gezin.

En nou ja, dat drukdrukdruk.

Pas wanneer het leven verandert, geleidelijk of met een klap, komen de vragen.
Waar moet je beginnen als volwassene, met weinig kennis en er is niemand meer van de oudste generatie?

En dan is er de derde generatie, en de vierde, druk met theaters en podcasten en wat al niet, maar wat weten zij eigenlijk van hun eigen familie?

Ik ben wat peinzend, dat merkt u wel. Een beetje melancholiek. Het einde van het jaar nadert, dan heb ik dat nogal. En het komt ook door wat ik in mijn leven heb en dat zijn gesprekken met de Tweede Generatie.

Die kinderen van weleer.

Ook de derde en vierde generatie meldt zich nu bij me aan.

Hoe verder weg van Indië, hoe groter de belangstelling en hoe minder vermogen tot duiding.

Het komt dus nu vooral aan op de Tweede Generatie.

Bewaren, doorgeven, bewaren, doorgeven.

Alléén voor wie het Indische verhaal belangrijk vindt, inclusief oorlog en wat dat teweeg kan brengen tussen ouders en kinderen.

In mijn coachingsessies hoor ik daarover veel. Wat me steeds verrast is hoe ver herinneringen kunnen teruggaan: als u iets over uw vader weet, dan weet u ook vast iets over zijn vader en hopelijk ook over diens vader. Zo ook via uw moeder.
Dat zijn al drie generaties. Is dat belangrijk genoeg om op te schrijven?

Dat dacht ik wel.

U bent de expert, want u weet het uit de eerste hand. Die familieverhalen kunnen zomaar uit uw geheugen komen;  in een half oor past veel informatie.

En de ene herinnering haalt de andere op.

Dus ga graven, bedoel ik te zeggen, in uw geheugen, schrijf op wat u wèl weet. Kijk in de toekomst en weet: op enig moment wil de jongste generatie weten waar ze thuis horen in de familie, op wie ze lijken. Dan zijn uw verhalen van belang. Daar zitten de antwoorden in.

Beter een half oor dan geen oor.

 

 

https://www.indischeschrijfschool.nl