FC Volendam voetbalt het volgende seizoen weer in de Eredivisie. Proficiat, ze waren dit seizoen duidelijk de beste. Dat wil zeggen, met goed georganiseerd, fris en aanvallend voetbal, en met Ricky Kruys als toptrainer-in-wording langs de lijn.
Of dat hoge niveau ook in de bestuurskamer te vinden is? Het Andere Oranje heeft Cees Driebergen als algemeen directeur. Flamboyant ventje met vooral een grote bek. Of nee, netjes blijven, met vooral een mening. Onlangs schreeuwde hij in Voetbal International dat ADO Den Haag niet deugt. Die club geeft meer geld uit dan er binnenkomt – zeven miljoen zelfs, wist hij – maar dat verschil wordt fluitend door de Amerikaanse bazen bijgepast. En dat is competitievervalsing, aldus meneer Driebergen. Die ook en passant vanuit de onderbuik ventileerde wat hij van een
andere Nederlandse profclub vindt: “De details ken ik niet, maar het helpt niet mee dat Vitesse de boel een beetje misleid lijkt te hebben. Er moet wel enig toezicht zijn op geldstromen, om te voorkomen dat clubs worden gebruikt als witwasmachine.”
Zegt de algemeen directeur van FC Volendam dus in VI.
Zomaar opeens een term als witwassen in de media gooien. Waarom niet ook slavernij, kinderprostitutie of financiering drugslabs, Cees?
Journalist Tom Knipping, toch niet de eerste de beste, schreef het op en zal zich ook hebben verbaasd. Terwijl onze 38 BVO’s toch, zou je mogen verwachten, een collectief moeten vormen en in geen geval elkaar voor de bus mogen gooien. Naar buiten toe ben je collegiaal en spreek je met één mond. Of zoals Al Pacino het in The Godfather doceerde: Wat er binnen de familie gebeurt, blijft binnen de familie.
Maar daar had de directeur van Volendam dus maling aan. En dan te weten wat hij trots op zijn LinkedIn profiel heeft staan: ‘Adviseur voor directies en ondernemers.’ Gevoel voor humor kun je hem niet ontzeggen.
Kom er maar in, Willem!
Als uitgever van sportboeken heb ik enkele jaren geleden zijdelings met hem te maken gehad. Wij – nscboeken.nl – gaven een bijzonder boek uit over een in de regio Haaglanden zeer bekende voetbalverslaggever, de afscheid nemende Willem van Zuilen. Martin van Zaanen schreef het en portretteerde Van Zuilen exact zoals iedereen hem al decennia lang kent. Vlot van de tongriem gesneden, bomvol verhalen, bijzondere woordenschat, voetbalinzicht en met het hart op de goede plaats, zowel sportief als menselijk. En op radio en tv elk weekend opnieuw één brok sympathieke herkenning.
Kom er maar in Willem! was dan ook de logische titel van het boek.
Omdat het uitgeven van boeken zelden een vetpot is, benaderen wij altijd kandidaat meedoeners. Mensen en ondernemingen die er met een kleine bijdrage voor zorgen dat het in elk geval niet verlies lijdend op de markt verschijnt. Zo ook met dat boek. We benaderden onder meer Rijnsburgse Boys, de succesvolle zaterdagclub uit Willems woonplaats, de vereniging die in het boek in het zonnetje wordt gezet en waarvan elk lid Willem kent en vice versa. Dus appeltje eitje, Rijnsburgse Boys zou zeker meedoen, bijvoorbeeld door 25 of 50 boeken af te nemen, en die met winst aan de leden te verkopen en als presentje aan te bieden aan bestuursleden van bezoekende clubs.
Daar heb ik geen belang bij
Bij wie moest ik zijn bij Rijnsburgse Boys? Natuurlijk, bij de voorzitter van de business club, de heer Cees Driebergen. Die kende ik niet persoonlijk, maar wel als directeur van ADO Den Haag. Dat was hij ruim tien jaar eerder even, en bepaaldelijk niet gelukkig. Mark van der Kallen en Paul Beyersbergen namen de besluiten, Cees Driebergen mocht tekenen bij het kruisje.
In een halve zin legde ik hem aan de telefoon uit wat de bedoeling van mijn benadering was. Willem van Zuilen, kind van de club, Rijnsburger in hart en nieren, humor, karakter, en ga zo nog maar even door, Willem zou ook graag bij de club een of meer avonden een presentatie willen geven. Het antwoord van meneer Driebergen duurde exact anderhalve
seconde. ‘Daar heb ik geen belang bij,’ snauwde hij, waarna hij, want waarom zou je beleefd blijven, het gesprek abrupt beëindigde.
Cees Driebergen dus.
Sinds een klein jaar algemeen directeur van FC Volendam. Cum laude afgestudeerd in Ongemanierdheid. U mag ook Hufterigheid zeggen, maar ik weet niet of dat een officieel Nederlands woord is.
Ik ken veel Volendammers omdat ik met mijn reclamebureaus jaren lang de nationale communicatie heb mogen verzorgen voor onder meer Speelgoedpaleis Bart Smit. Nog steeds heb ik goede contacten met de relaties uit die periode.
Over de huidige algemeen directeur van hun dierbare FC heb ik het nog niet met ze gehad. Binnenkort toch maar eens doen. Geen idee namelijk of ze weten welk ego het op dit moment bij hun club voor het zeggen heeft.