Wat we nog steeds niet weten van Indië

12 September 2023, 05:50 uur
Columns
mainImage

Wat we nog steeds niet weten van Indië: heel veel. We missen vooral Indische stemmen uit de moderne tijd, dus van 1870 tot de Tweede Wereldoorlog.

Die stemmen waren er, en veel ook.

Juist die periode is zo belangrijk: daarin ontwikkelde zich de Indische cultuur, daarin leefden de grootouders en ouders van degenen die als 'Eerste Generatie' het Indische naar Nederland brachten.

Wat is Indische cultuur?

Kijk naar die tijd.

Enerzijds is er reden voor optimisme.

Want er komt steeds meer online, er komt nog veel meer aan. De stamboeken KNIL-militairen bijvoorbeeld, daar kijk ik enorm naar uit. Literatuur volop in de  Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren (DBNL.org), kranten en tijdschriften in Delpher en dan veel oude documenten zomaar te vinden online in het Nationaal Archief.

Heerlijk, heerlijk.

Bij de Indische Genealogische Vereniging (IGV) verkopen ze een stick met nog meer digitale bronnen. Heb ik, natuurlijk.

Elke grote bibliotheek, ieder archief is steeds vaker online te vinden.

Ik juich het toe.

Ik voel ook zorgen. Dat is het anderzijds.

Het is een doolhof zo langzamerhand. Vind maar eens iets. In Archieven.nl staat ook alweer niet alles.  Dus hoe digitaler alles is, hoe harder we elkaar nodig hebben voor tips en adviezen. 

Oud Indisch erfgoed: kennen en begrijpen is twee. Op de Tong Tong Fair gaf ik een lezing over het Indisch Dozijn: 12 titels van Indische auteurs, en dan een beetje in de tijd geplaatst. Een beetje, want: ik had drie kwartier voor het boek, de auteur en de tijd.

Toen ik voorafgaand weer De Paupers  (1910/1915) las, die magistrale roman van Victor Ido, voelde ik bij sommige stukken ongemak. Want ik wist dat Ido over meer schreef dan ik kon begrijpen. De vanzelfsprekendheden van zijn tijd kennen u en ik niet altijd meer. 

Hoe moet dat, kunnen we dat nog redden?
Delpher.nl is geweldig, er zit heel veel in. En dan ontstaat het idee dat dit alle oude Indische kranten zijn met dus, al met al, de waarheid hoe er in Indië gedacht werd.

Wat ontbreekt is de Indo-pers. Een fenomeen, waar ik over las in het krantenboek van Gerard Termorshuizen: Een geschiedenis van de Indisch-Nederlandse dagbladpers, 1744-1905 (2001).

Hij noem het Padangsch Handelsblad als een typisch Indische krant, dus van Indische journalisten en voor de Indische bevolking. 1 hit in Delpher, Erg, toch?

De jaargangen zijn: 1872-1882. De krant komt in 1877 onder leiding van drie Indische journalisten. Termorshuizen: 'Het is dit drietal dat verantwoordelijk is geweest voor het eerste Indo-Europese blad in de kolonie: een bijzonder fenomeen dat naar mijn mening aan het begin staat van de Indo-Europese emancipatiebeweging.

Hij noemt ook titels als Batara-Indra 1885-1887, voortgezet als Jupiter in 1888. En ik ben vooral benieuwd naar De Telefoon, orgaan voor den Indo-Europeaan. Eerst is het een weekblad, dan krant. Jaargangen: 1886 1897.

Termorshuizen schrijft: Het zijn journalisten geweest - redacteuren van Indo-Europese én Europese nieuwsbladen - die na omstreeks 1880 het Indo-vraagstuk op de agenda hebben gezet. Tussen hun werkzaamheid en het ontstaan van de eerst Indo-Europese organisaties ligt een rechte lijn.'

Dan wil je toch meteen de Telefoon lezen?

Niet in Delpher.De Telefoon ligt in een archief. Dat wel.

En waar is Dominique Berretty?

In mijn lezing toonde ik de biografie van Berretty, en ook dat er slechts 23 hits in Delpher zijn op zijn naam. Hij was een invloedrijk journalist, ook oprichter van het persagentschap Aneta en opdrachtgever voor zijn huis Villa Isola te Bandoeng. Ik las zijn biografie en toen begreep ik: zijn stem hebben wij, die over het Indische verleden willen lezen, hard nodig.

Kortom, er is reden voor alertheid: wat hebben we, wat betekent het, wat hebben we niet, en wat betekent dát voor wat we weten van Indië? Moeilijke vragen, en daar wordt het nadenken over Indië alleen maar beter van.