Zeventien katoenen kabaajen

26 April 2019, 07:01 uur
Columns
mainImage

Het is 1871 en aan de Korte Poten nummer 55 woont Sajia, een vrouw uit Indië. Zij is moeder en grootmoeder, en verder in vrijwel alle opzichten anders. Zo veel peranakan Chinese vrouwen zijn er dan niet in de Den Haag. Ze is ook ziek. Of ze buiten komt, weet ik niet.

Sajia is een vrouw in de schaduw, zoals er zoveel vrouwen in de schaduw van de Indische geschiedenis blijven. Ik weet dat ze er zijn. Soms zie ik countouren. Maar ze echt leren kennen, dat lukt nauwelijks, daar is een vondst voor nodig. Met Sajia kreeg ik dat. Na haar dood maakte een notaris een inboedelbeschrijving op, die ik in handen kreeg. Zo ontdekte ik dat er in het bovenhuis aan de Korte Poten een steenrijke vrouw had gewoond.

Ze bezat een wollen wintermantel, zes flanellen borstrokken en zeventien katoenen kabaajen, die geen bescherming boden tegen de kou hier. Ze bezat een schildpadden kist met zilver gemancheerd en een Oost-Indisch kistje met zilveren stukken. Ze bezat gouden ringen, haarnaalden met diamanten, gouden oorknopjes, zeventien gouden knoopjes met diamanten, en achtenzestig gouden knoopjes met diverse stenen en daarbij nog meer knoopjes, vermoedelijk allemaal kebajaknoopjes gekocht bij wijze van geldbelegging. Kisten vol knoopjes. Elk een schatkamer.

Sajia had haar geboorteland verlaten om mee te gaan met haar dochter Wiesje en de drie kleinkinderen. Ze was extra gesteld op het oudste meisje, uit wie later de eerste Indische romancière van Nederland zou groeien. In heel wat romans van deze Melati van Java keert haar grootmoeder terug, in verschillende gedaanten, maar nooit als de rijke vrouw die ze feitelijk was. Misschien heeft Melati dat nooit gehoord. Haar Hollandse vader zat al enkele dagen na de dood van zijn schoonmoeder bij de notaris, wat met andere voorvallen de indruk wekte van een man die geen cent wilde missen van de erfenis.

Aan dat alles denk ik als ik dat ene huis passeer. Niets herinnert er aan deze kleine grote vrouw, die uit liefde en zorgzaamheid haar land verliet om hier in een bovenhuis te moeten sterven. Ach, kassian, Sajia, wat kan het leven oneerlijk zijn. Kon er maar een tegel in de gevel van het huis, groot genoeg om het verhaal te bevatten over opoffering, over het universele oma-gevoel van de kleinkinderen niet kunnen missen, en dan met de vraag wie er nog iets weet over de knoopjes van Sajia.

https://www.kolonialezaken.nl/