De gemeente Den Haag lijkt er op aan te sturen dat de vreugdevuren in Duindorp en op Scheveningen bewust worden getorpedeerd. Burgemeester Remkes & co stellen onmogelijk hoge eisen aan de bouwers, waardoor wederom een traditie op losse schroeven komt te staan. Onacceptabel en onverantwoordelijk!
In de brief die burgemeester Johan Remkes woensdagavond naar de gemeenteraad stuurde stelde hij dat het afsluiten van een aansprakelijkheidsverzekering een noodzakelijke voorwaarde is voor het verstrekken van de benodigde vergunning. Na de gebeurtenissen van vorig jaar, waar een vonkenregen op Scheveningen neerdaalde, is er geen enkele verzekeraar meer te vinden die de bouwers van beide vuren wil aannemen als klant.
Dit gegeven is uiteraard ook bekend bij het stadsbestuur, dat middels de eis van een aansprakelijkheidsverzekering willens en wetens een niet te nemen horde opwerpt. Onacceptabel dat burgemeester en wethouders hierbij voorbij gaan aan het eigen falen van vorig jaar, de ontstaansgeschiedenis van de vuren en de wil van de bevolking die weer een traditie in rook ziet opgaan.
Het vreugdevuur heeft zijn wortels in de illegale kerstbomenverbrandingen in de diverse buurten van Scheveningen en Den Haag. Bij het rausen, verzamelen van kerstbomen, werden ook onderlinge geschillen tussen buurten uitgevochten, soms zelf met gewonden tot gevolg. Alhoewel juist het sociale aspect, jongeren gingen immers samen op pad en buurtbewoners troffen elkaar bij de opbouw van de stapel, zorgde voor een groot saamhorigheidsgevoel, liepen de illegale kerstboomverbrandingen steeds vaker uit de hand.
Vechtpartijen, inbraken, vernielingen en ongeregeldheden zorgden ervoor dat de gemeente eind jaren tachtig de vreugdevuren in de wijken terecht verbood. De vreugdevuren werden gereguleerd en verhuisden naar het Noorderstrand (vreugdevuur Scheveningen) en het Zuiderstrand (vreugdevuur Duindorp). Met het wedstrijdelement van wie heeft de hoogste stapel rivaliseerde Scheveningen rond oud- en nieuw jaren met Duindorp; de gemeente faciliteerde beide vuren.
De laatste jaren genoten zowel de stad als de vele bezoekers van een bewonersactiviteit die uitgroeide tot een nationaal evenement, dat qua aandacht en bekendheid kan wedijveren met de Nieuwjaarsduik bij de Scheveningse Pier. Beide vuren, Scheveningen op 27 december 2014 en Duindorp op 1 december 2015, worden ook nog eens benoemd tot Nationaal Immaterieel Cultureel Erfgoed van Nederland.
Trots waren we allemaal op onze vuren. Van burgemeester en politici van allerlei pluimage tot lokale, landelijke en zelfs internationale pers. Totdat vorig jaar, met een inferno, het noodlot toesloeg. In plaats van samen uit, samen thuis en samen naar een veilige oplossing te zoeken, waarbij de traditie van een vreugdevuur behouden kon blijven, lag de schuld nu ineens bij bouwers alleen.
Een hypocriete gedachtegang, bleek ook uit de uitkomsten van het rapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV). Dat stelde dat de gemaakte afspraken tussen bouwers en gemeente totaal niet zijn gehandhaafd. Zo vond er geen eindmeting plaats op de hoogte van de vuurstapels, was er geen toezicht tijdens het ontsteken van het vuur en was er geen enkele regie vanuit de burgemeester. Juist ook gezien het falen van het gemeentebestuur, zou het onze burgemeester sieren om alles op alles te zetten om deze traditie op een veilige en verantwoorde manier wel door te laten gaan.
De gemeente moet zich niet verschuilen achter een afvinklijst met torenhoge en onrealistische eisen aan de bouwers, maar juist zorgen dat die vuren, in verkleinde vorm, wél doorgaan. Dat de bouwers en bewoners van Scheveningen en Duindorp wel in samenhorigheid Oudjaar kunnen vieren. Ik zeg: 'De Vreugdevuren zijn heilig, mits veilig!'
Daarom mijn oproep aan onze burgervader: pak je verantwoordelijkheid en zorg voor het doorgaan van de Vreugdevuren.