Het Haags Gemeentearchief heeft een expositie samengesteld over de opkomst en ondergang van het Aloysius College (AC). Het archief deed dat samen met speciale werkgroep, met oud-leerlingen John van Dijk en Caspar Wintermans en oud-leraar Ino Mulders. De expositie is van 8 april tot 10 juni gratis te bezoeken in het Atrium van het stadhuis aan het Spui.
Het Aloysius College was het eerste door jezuïeten opgerichte instituut voor voortgezet onderwijs in Den Haag. De school, gelegen aan de Oostduinlaan in het Benoordenhout, bestond bijna honderd jaar. Wat speelde zich gedurende dit lange bestaan allemaal af achter de muren van dit monumentale pand? En waarom ging de school in 2016 – één jaar voordat het eeuwfeest zou worden gevierd – ten onder? Voor de antwoorden gingen de voormalige leerlingen en leraar op zoek in het AC-archief, dat na de sluiting van de school in 2016 geschonken is aan het Haags Gemeentearchief.
Het resultaat is de tentoonstelling 'Het Aloysius College 1917-2016', waarin de bezoeker aan de hand van beeldmateriaal en teksten wordt meegenomen door 99 jaren van bezielde inzet, onderbroken door vijf oorlogsjaren.
Het initiatief voor de tentoonstelling werd genomen door regisseur en oud-leerling Remy Vlek. Hij maakte eerder de documentaire ‘Hoe mijn school verdween’ over het Aloysius College. Deze documentaire wordt op woensdag 10 april om 15.00 uur vertoond in het Filmhuis Den Haag.
Bot & Bral
“Het AC was een leerschool voor het leven, een plaats waar je je capaciteiten en tekortkomingen ontdekte", zegt Bernard Bot, voormalig minister van Buitenlandse Zaken en oud-leerling van het Aloysius College. "Ik heb daar dierbare vriendschappen gesloten en bewonderde de onbaatzuchtige jezuïeten die er doceerden." Ook cabaretier Sjaak Bral ging naar de school. "Zonder de aanwezigheid van het AC in mijn leven zou ik waarschijnlijk niet zijn wie ik nu ben", zegt Bral.