Burgemeester Jan van Zanen van Den Haag neemt volgende week een petitie in ontvangst waarin de Koninklijke Hondenbescherming vraagt om honden beter te beschermen tegen grasaren.

"Duizenden honden zijn deze zomer weer slachtoffer geworden van de zogeheten grasaren", zegt directeur Daphne Groenendijk van de Koninklijke Hondenbescherming. "Door het gewijzigde maaibeleid van veel gemeentes is dit aantal de afgelopen jaren flink toegenomen. Wij willen daarom in gesprek met gemeentes voor een gezamenlijke oplossing."

De petitie waarin hierom wordt gevraagd is inmiddels ondertekend door ruim 53.000 hondenliefhebbers. "Wij vermoeden dat veel beleidsmakers geen idee hebben van de omvang en de ernst van het probleem. Om maar te zwijgen over het financiële en emotionele leed bij baasjes en hun geliefde viervoeter."

De scherpe punten van grasaren, ook wel ‘kruipers’ genoemd, kunnen gemakkelijk in de neus, keel, oren, ogen en tussen de tenen van honden terechtkomen en daar binnendringen. Door de weerhaakjes die eraan zitten, kunnen grasaren maar één kant op: dieper het lichaam in. Zo kunnen ze lelijke ontstekingen veroorzaken. Soms komen ze in de longen of andere vitale organen terecht, wat tot ernstige complicaties kan leiden of zelfs tot overlijden.

Tekst gaat door onder foto.

Biodiversiteit

Gemeentes geven vaak aan dat het onmogelijk is om de grasaren actief te bestrijden, omdat ze zo verspreid voorkomen. En dat ze niet te veel willen maaien om de biodiversiteit te bevorderen. Met de petitie roept de Hondenbescherming gemeentes op om in ieder geval de grasaren langs looppaden in recreatie- en hondenlosloopgebieden te maaien. En het maaisel vooral ook goed op te ruimen.

Op donderdag 7 september zal de Hondenbescherming de petitie overhandigen aan Jan van Zanen, burgemeester van Den Haag en tot afgelopen juni voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Daphne Groenendijk: “We zijn heel blij dat burgemeester Van Zanen deze petitie in ontvangst wil nemen. De grasaren veroorzaken een probleem dat we samen met gemeentes en hondeneigenaren moeten aanpakken.”