Komend weekend (27, 28 en 29 januari) wordt de Nationale Tuinvogeltelling weer gehouden. Vorig jaar deden in Den Haag 2.206 mensen mee aan de telling. Wie telt er dit jaar mee?

“Door vogels te tellen, krijgen we een beter beeld hoe het gaat met de vogels in onze stad", zegt stadsecoloog Martin van den Hoorn van gemeente Den Haag. "Ze zijn een goede graadmeter voor de kwaliteit van de leefomgeving. Gaat het goed met de vogels, dan gaat het goed met het groen en dus met de stad.”

Dat vindt Boudewijn Schreiner van de Haagse Vogelbescherming ook. “Als we weten hoe de vogels zich in onze tuinen ontwikkelen, kunnen we ze beter helpen en beschermen. We kunnen namelijk ook veranderingen zien. Is er een plotselinge afname van een bepaalde vogelsoort, kan dat een signaal zijn dat er iets mis is met de voedselvoorziening. Of dat een besmettelijke ziekte rondgaat, zoals bij de merels het geval was."

In 2022 werden in Den Haag 27.304 tuinvogels geteld. De koolmees werd het meest gezien, gevolgd door de houtduif en kauw. Onderaan de Top 10 staan de vink, roodborst en huismus. Opvallend is dat de huismus landelijk juist het meest geteld werd.