De gemeente Den Haag is deze week begonnen met het uitdunnen van de Scheveningse Bosjes. Dat moet er voor zorgen dat het bos gezonder en mooier wordt, met meer variatie in planten, bomen, vogels en insecten. Ook worden zogenaamde ‘olifantenpaadjes’ afgesloten.

"Er staan prachtige eiken en andere mooie oude bomen in het bos die moeten concurreren met andere bomen die eromheen staan, in de Scheveningse Bosjes is dat vooral de esdoorn. Door die weg te halen, geven we oude grote bomen weer ruimte en licht om gezond te blijven”, zegt Michel Romeijn, beleidsmedewerker grote groengebieden bij de gemeente. De bomen die weg gaan, zijn gemarkeerd met een roze stip.

In het najaar worden dan weer nieuwe bomen en struiken geplant. "Oude bomen krijgen de ruimte om te groeien en een bijkomend voordeel is dat er ook meer licht op de bodem komt”, aldus Michel. "De nieuwe beplanting bestaat onder meer uit haagbeuk, eik en linde, en struiken zoals de kardinaalsmuts, meidoorn, hulst en sleedoorn. Zo krijg je meer variatie in het bos. En de struiken zijn ook goede schuilplekken voor kleine diertjes en hun vruchten of bloemen trekken weer insecten aan."

Hout en takken blijven liggen

Het beheerplan voor de Scheveningse Bosjes wordt in vijf jaar tijd uitgevoerd. "We zijn vorig jaar begonnen en dit jaar is fase twee aan de beurt." De meeste bomen die nu worden verwijderd blijven overigens liggen in het bos. "Hiermee sluiten we de zogenaamde ‘olifantenpaadjes’ af, soms in combinatie met ‘takkenrillen’. Dat zijn een soort hekjes, gemaakt van takken. Deze olifantenpaadjes zijn paden die in de loop der jaren in het bos zijn ontstaan naast de ‘officiële’ paden. Hoe meer paden, hoe slechter het is voor de natuur. Vogels en andere kleine diertjes hebben rust nodig. En ook de bloemen en planten die groeien in het bos moeten de ruimte krijgen om te groeien."