Leerlingen in de tweede klas van de middelbare school hebben lang niet allemaal het leesniveau dat nodig is om goed verder te kunnen in onderwijs en leven. Dat concludeert de onderwijsinspectie op basis van een speciale peiling. Het gaat met name om leerlingen in het vmbo-b/k en het praktijkonderwijs. Ongeveer een kwart van de leerlingen in het voortgezet onderwijs volgt deze opleidingen.
Twee derde van deze groep leest in het tweede leerjaar nog beneden 1F-niveau, het zogenoemde fundamentele leesniveau. Het hogere niveau 2F is nodig om je zelfstandig maatschappelijk te kunnen redden en om het vervolgonderwijs goed te kunnen volgen.
Eerdere onderzoeken wezen ook al op de slechte leesvaardigheid. Een groep deskundigen keek al naar de peiling en beveelt vooral het lezen van boeken op school aan. Verder moet de Nederlandse taal ook in de andere vakken dan het Nederlands zelf aandacht krijgen. "Docenten Nederlands en andere docenten kunnen volgens de professionals meer samen optrekken."
Nascholing
Volgens de bevindingen is nascholing in leesbevordering voor alle leerkrachten nodig, niet alleen voor de docenten Nederlands. Ook op de lerarenopleiding moet "meer en diepere aandacht" voor leesvaardigheid komen.
Staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs) laat weten dat de leerlingen weliswaar nog een paar jaar hebben om achterstanden weg te werken, maar dat het kabinet toch "alles op alles" moet zetten om de leesvaardigheid te verbeteren. Het kabinet wil nog meer de focus leggen op lezen, schrijven en rekenen.
Paul denkt dat later het effect zichtbaar zal zijn van het Masterplan basisvaardigheden, dat in 2023 inging. De peiling werd voor de zomervakantie gehouden, toen volgens Paul het Masterplan "net op stoom was", onder leerlingen in het tweede leerjaar van het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
Door: ANP