Veel crisisnoodopvanglocaties voor asielzoekers blijven langer open, ondanks een ultimatum van het Veiligheidsberaad en afspraken met staatssecretaris Eric van der Burg dat ze per 1 juli gesloten zouden worden. Dat blijkt uit een inventarisatie van de Volkskrant. Gemeenten voelen zich moreel verplicht nu duurzamere alternatieven uitblijven.

Crisisnoodopvanglocaties zijn de meest tijdelijke en sobere vorm van opvang die de overheid inricht bij rampen en crises. Het gaat om sporthallen, kazernes en congrescentra. In de zomer van 2022 liep de druk op de asielopvang zo hoog op, dat Van der Burg (Asiel, VVD) met de 25 veiligheidsregio's overeenkwam dat zij elk tijdelijk 450 bedden voor crisisnoodopvang zouden organiseren. Het gaat om ongeveer 11.000 opvangplekken.

Aanvankelijk werd afgesproken dat de noodlocaties op 1 januari zouden worden overgedragen aan het COA, dat verantwoordelijk is voor de asielopvang. Het Veiligheidsberaad stelde bij monde van voorzitter Hubert Bruls zelfs een ultimatum: per 1 april zouden de veiligheidsregio's stoppen met crisisnoodopvang. Asielopvang is een taak van het Rijk, is het principiële standpunt van de veiligheidsregio's en gemeenten. Ook was het Veiligheidsberaad ontevreden over het uitblijven van de spreidingswet. "Als die wet er niet komt, hebben we een serieus probleem", zette Bruls zijn deadline kracht bij.