Sport en bewegen draagt bij aan de kwaliteit van het leven, is een medicijn voor veel aandoeningen en kan preventief zijn bij chronische ziekten. Dat zegt Liesbeth Preller, specialist bewegen voor mensen met chronische aandoeningen en ouderen bij Kenniscentrum Sport en Bewegen in Ede. Ze heeft door de laatste coronamaatregelen zorgen en ziet kansen. "Heel belangrijk is dat juist de kwetsbare mensen in deze tijden blijven sporten."
Maar eerst de kansen. Volgens Preller zijn die groter dan in de eerste fase van afzondering, begin dit jaar. "We worden creatiever. De tennisvereniging zegt nu; 'kom bij ons, al dan niet tijdelijk. Hier kunnen we wel spelen'. Er ontstaan veel nieuwe ideeën. Ik ben heel blij dat de sportscholen open blijven, want mensen sporten tegenwoordig veel individueel. Daar zijn maatregelen getroffen waardoor het kan. Meer onderlinge afstand, goede ventilatie. Voetbalclubs mogen voor de jeugd onderlinge wedstrijden organiseren. Laat ze dat ook vooral doen. Maak gebruik van de mogelijkheden die er zijn."
Zorgen zijn er ook. "De vorige lockdown was in maart, bij prachtig weer. Dan gaan mensen eerder naar buiten. De ene persoon zal ook nu meer gemotiveerd zijn om in beweging te blijven dan de andere. Sommige van ons zijn iets luier. Bovendien gaan we nu niet meer automatisch twee keer per week naar de sportclub en fietsen we niet meer naar ons werk. Daarom moeten we bewust alternatieven zoeken. Maar het is moeilijk om je gedrag aan te passen. Kleine factoren kunnen helpen. Wie bijvoorbeeld in een bosrijke omgeving woont kan het waarschijnlijk gemakkelijker opbrengen om een wandeling te maken."
Structurele problemen
De sport gaat dicht bij wijze van spreken. Preller: "En als we het gebrek aan beweging dat daardoor ontstaat niet compenseren hebben we een probleem. Bij de vorige lockdown ging 5 procent niet meer sporten en ging 38 procent minder sporten. Het is belangrijk dat mensen tenminste matig intensief blijven bewegen. Een beetje slenteren alleen is niet genoeg. Helaas zijn er risicogroepen voor wie dat nu in het geding komt."
Preller: "Bij ouderen heb je bijvoorbeeld te maken met verlies aan spiermassa, die na een periode van bepaalde inactiviteit moeilijk weer op te bouwen is. Dat kan leiden tot structurele problemen, op den duur zelfs bij het doen van boodschappen. Op een bepaald punt gaat het moeilijk worden om deze gedragsverandering weer te corrigeren, zeker als ze door die inactiviteit niet meer in staat zijn om daarna met hun sport- of beweeggroepje mee te doen."
Vergeet ook niet dat mensen met een chronische ziekte of een lichamelijke beperking vaak gewoon aan competitie- en teamsporten meedoen, die nu stilliggen. Preller: "En juist deze mensen hebben de sport hard nodig. Denk aan aandoeningen als hoge bloeddruk, diabetes, hart- en vaatziekten. Op den duur lopen deze mensen bij minder sporten veel meer risico. Het is een combinatie van minder bewegen en veel meer zitten, wat thuiswerken met zich mee brengt. Bewegen is van belang bij het onder controle houden van deze aandoeningen."
Door: ANP