Het kabinet werkt aan een beperkte bewaarplicht voor telecomproviders. Die moet het voor opsporingsambtenaren mogelijk maken IP-adressen en telefoonnummers te herleiden tot gebruikers. Gegevens over wie precies met wie contact had, waar dat gebeurde en wat er gecommuniceerd werd, hoeven providers niet bij te houden.

Minister Ferd Grapperhaus van Justitie schrijft dat in een brief aan de Eerste en Tweede Kamer. Er wordt al langer gewerkt aan zo'n bewaarplicht, maar een uitspraak van het Europees Hof van Justitie eind 2016 maakte een grondige herziening noodzakelijk. Het hof oordeelde dat het grootschalig opslaan van gegevens over telecomklanten te veel inbreuk maakt op de privacy.

Het is volgens Grapperhuis van essentieel belang dat politie en Openbaar Ministerie achteraf kunnen vaststellen welke persoon op een bepaald tijdstip gebruik heeft gemaakt van een bepaald telefoonnummer of IP-adres. Bijvoorbeeld bij de opsporing en vervolging van kinderporno, cybercrime en onlinewapenhandel is dat vaak cruciaal, aldus de minister. "De samenleving verwacht van de overheid dat deze optreedt tegen ernstige normschendingen en slachtoffers beschermt, maar het gebruik van digitale middelen maakt dit op dit moment vrijwel onmogelijk," schrijft Grapperhaus. Een nieuwe, zij het beperktere bewaarplicht, kan volgens hem helpen voorkomen "dat het internet een vrijplaats wordt voor de plegers van deze feiten."

Privacyorganisatie Bits of Freedom is terughoudend. "Dit plan is sowieso al beter dan wat ze eerst wilden doen. Maar wij sluiten niet uit dat het kabinet later alsnog een algemene bewaarplicht wil invoeren. Ze laten de deur open.'' Bits of Freedom vraagt zich ook af of het wel nodig om beperkt gegevens op te slaan. "De meeste providers weten al wie hun abonnees zijn, die informatie hebben ze nodig om rekeningen te sturen.''

(foto en bron: ANP)