De aandeelhouders van Eneco hebben een voorkeur voor de verkoop van het energiebedrijf aan een andere marktpartij. Dat stellen twee ingewijden uit de bankenwereld tegen persbureau Reuters. Daarmee lijkt de optie van een beursgang te hebben afgedaan. De bronnen schatten de waarde van de onderneming op zo'n 4 miljard euro.

Eneco is nu nog in handen van een grote groep gemeenten; daaronder ook Den Haag. Afgelopen najaar werd een verkoopproces in gang gezet. Alle verkoopopties worden daarbij onderzocht, van een beursgang tot een verkoop door middel van een veiling. Een definitief besluit valt pas na de gemeenteraadsverkiezingen van 21 maart.

De privatisering speelt al sinds de netwerktak van Eneco begin vorig jaar op eigen benen is komen te staan onder de naam Stedin. Veel gemeenten met aandelen Eneco willen daarom van hun stukken af. Er zijn echter ook tegenstanders die hun aandelen juist willen houden. Ook een meerderheid van de Haagse gemeenteraad verklaarde zich vorig jaar tegenstander van verkoop. Den Haag bezit 16,55% van de aandelen en zou bij verkoop van Eneco tegen de geschatte waarde van 4 miljard maar liefst 662 miljoen euro tegemoet kunnen zien.

Onlangs werd tevens duidelijk dat de aandeelhouders en commissarissen van Eneco niet bepaald op dezelfde lijn zitten in dit proces. Daarom is er bij het bedrijf tevens een onafhankelijke bemiddelaar aangesteld. Het is aan Eva Schutte, een ervaren mediator bij zakelijke conflicten, om voor een oplossing te zorgen.

Over mogelijke kopers van Eneco wordt inmiddels druk gespeculeerd. Shell, het Franse oliebedrijf Total en de beursgenoteerde investeerder HAL zijn al genoemd als mogelijke geïnteresseerden. Andere namen die rondgaan zijn het Franse energiebedrijf Engie, het Italiaanse Enel en het Oostenrijkse Verbund.

Eneco weigerde tegenover Reuters om te reageren. De woordvoerster van de aandeelhouders was niet bereikbaar voor commentaar.