De adviescommissie die zich boog over de subsidieaanvragen van kunst- en cultuurinstellingen voor de periode 2021-2024, heeft wel degelijk ook gekeken naar de directiesalarissen van de vragende instellingen bij het beoordelen van een van de criteria: Fair Pay.

Dat stelt commissievoorzitter Johannes Leertouwer desgevraagd naar aanleiding van vragen van vijf fracties in de raad aan het college over de volgens hen 'te hoge' salarissen van directieleden van onder meer het Nationale Toneel, het Nederlands Dans Theater en het Residentieorkest.

De raadsleden stelden vorige week in vragen aan het college hoe het kan dat instellingen zoals de drie genoemde hun subsidieaanvraag zagen gehonoreerd, soms met meer geld dan gevraagd, terwijl de salarissen van de directie vaak ver boven de norm van zo'n 88.000 euro per jaar liggen, soms zelfs op 150.000 euro.

Doel van de Fair Pay-code is volgens de raadsleden om te bezien of kunstenaars en werknemers een eerlijke beloning krijgen. Maar, het lijkt alsof de commissie alleen de directieleden heeft overgeslagen, zo stelden de Haagse Stadspartij, PvdA, SP, Partij voor de Dieren en VVD. 

Leertouwer geeft bij navraag aan dat de commissie zich in het advies duidelijk heeft uitgesproken over het feit dat 'wat ons betreft Fait Pay ook gaat over de balans in de betalingsstructuur binnen een organisatie'.

"In de vergadering met de raadscommissie ben ik vrij ver gegaan door te zeggen dat ik het onverteerbaar vond om iemand met een riant directeurssalaris te horen beweren dat zijn organisatie in de moeilijkheden zou komen als stage-medewerkers een iets ruimere beloning zouden moeten ontvangen", aldus de commissievoorzitter.

Hij pleit er ook voor dat de overheid dwingendere richtlijnen 'als de onze' mogelijk maakt om in het advies te sturen op betalingsevenwicht in instellingen. "Het mag duidelijk zijn dat ik daar een voorstander van zou zijn."