De aanname van het college dat Amare met een zogeheten subsidieratio van 38,67 procent tot de gemiddelde gesubsidieerde culturele instellingen in Neerland gaat behoren, klopt volgens de Haagse Rekenkamer niet. Het adviescollege van de gemeenteraad geeft in zijn Constateringen bij het raadsvoorstel ‘Actualisering dekkingsbesluit Amare' aan dat er in werkelijkheid een ratio zal zijn van zeker 50,88 procent.
Daarmee zou Amare volgens de Rekenkamer op Muziekgebouw 't IJ in Amsterdam na de hoogst gesubsidieerde culturele instelling in het land zijn. En, geeft de kamer de Haagse raad ook nog aan, daar zijn de extra bedragen die nodig zijn voor de geuite extra culturele ambities nog niet eens in opgekomen.
In zijn inleiding geeft voorzitter Twisk van de Rekenmaker aan dat het college spreekt van een structurele dekking van het verwachte tekort op de bedrijfsexploitatie, maar dat het in maar gaat om een dekking voor 5 jaar. "Met het raadsvoorstel worden incidentele dekkingsmiddelen voor de bouwexploitatie (het bouwproject) verschoven naar de bedrijfsexploitatie en structurele bijdragen van de gemeente voor het tekort op de bedrijfsexploitatie", zo stelt hij.
Twisk wijst er op dat door de verschillende verschuivingen tussen genoemde exploitaties voor de gemeenteraad het zicht afneemt op beschikbare structurele dekkingsmiddelen voor het OCC en op de totale bijdrage van de gemeente aan de bedrijfsexploitatie van DMC.
Over de 15,6 miljoen euro die door een lagere rekenrente beschikbaar komt bij de bouwexploitatie, stelt de Kamer dat het college dat geld misschien beter had kunnen gebruiken voor dekking van de structurele kosten van de vastgoedexploitatie. Nu heeft het stadsbestuur gekozen dit geld te gebruiken voor dekking (van 5 jaar) van het structurele tekort van 2,7 miljoen euro op de bedrijfsexploitatie.
Bij de vastgoedexploitatie, waar het college structureel 0,85 miljoen euro extra vraagt, ontbreek volgens de Rekenkamer een totaal overzicht van de structurele middelen. Voor de extra culturele ambities is ook nog geen dekking gevonden, aldus de Constateringen.
De Rekenkamer kan zich ook niet vonden in de melding van het college dat het resultaat op de vastgoedexploitatie over de totale looptijd 40 jaar neutraal zou zijn. "Uit ons onderzoek komt naar voren dat de gemeente door de gehanteerde methodiek voor activering van investeringen een aanzienlijk overschot heeft over de volle looptijd van de vastgoedexploitatie voor het OCC, over de hele looptijd gemiddeld 3,92 miljoen euro per jaar.
De instelling komt in de Constaringen terug op een melding van het college in 2017 dat het tekort op de exploitatie van 2,7 mijoen per jaar, voor 20 jaar was geregeld. Echter, zo geeft zij de gemeenteraad aan, er is echter nu sprake van een dekking van maar 5 jaar.
Ook constateert de Rekenkamer, zo stelt Twisk, dat in het raadsvoorstel 'niet een compleet overzicht wordt gegeven van het resultaat (tekort) op de bedrijfsexploitatie en van de bedragen die de gemeente bijdraagt aan de stichting DMC'. "Het college geeft aan dat het tekort op de bedrijfsexploitatie 2,7 miljoen euro zou zijn en de totale subsidie aan DMC 6,1 miljoen euro. In werkelijkheid is het tekort op de bedrijfsexploitatie echter 6,5 miljoen euro en draagt de gemeente inclusief cultuursubsidie 8 miljoen euro bij aan DMC, zo geeft de Rekenkamer de gemeenteraad mee.