De gemeente Den Haag gaat een bijdrage leveren aan het ambulancevervoer van gewonde dieren in het wild. Dit bevestigde het stadsbestuur afgelopen week na vragen van de Partij voor de Dieren. Voorheen gaf de gemeente geen financiële ondersteuning voor het ophalen van gewonde zwanen, vleermuizen of andere dieren in het wild. Andere gemeenten, waaronder Zoetermeer, Leidschendam-Voorburg en Pijnacker-Nootdorp, geven wel een onkostenvergoeding.

De Partij voor de Dieren vindt dat de gemeente voldoende financieel moet bijdragen aan het vervoer en de opvang van in het wild levende dieren in nood. Gemeenteraadslid Christine Teunissen: “Voor een dier zou het in geval van noodhulp niet uit moeten maken of het een eigenaar heeft of niet. Iedereen heeft de plicht om voor een ziek of gewond dier te zorgen.”

Sinds de Partij voor de Dieren in de Haagse gemeenteraad vertegenwoordigd is (2010), zet de partij zich in voor zo’n onkostenvergoeding. In 2016 kwam er daardoor eenmalig 100.000 euro vrij. Maar om gewonde dieren de zorg te bieden die ze nodig hebben, is een blijvende vergoeding nodig. In het antwoord op PvdD-vragen over het coalitieakkoord van afgelopen week, zegt het nieuwe stadsbestuur nu toe de vergoeding door te zetten: ”In het coalitieakkoord hebben we opgenomen dat organisaties die samen met vrijwilligers bijdragen aan het welzijn van dieren, bijvoorbeeld door opvang, ruimhartig worden ondersteund om hun goede werk te kunnen blijven doen. Continuering van die vergoeding hoort daar wat ons betreft bij,” aldus het college.

(een Jan van Gent bij Scheveningen, verstrikt in plastic; foto: Dierenambulance Den Haag)