Naast de harde cijfers uit de Veiligheidskaart over het aantal geregistreerde misdrijven in de stad, kent Den Haag ook een (dit keer tweejaarlijks) Veiligheidsmonitor. De stad poogt daarin inzicht te krijgen in de 'subjectieve veiligheidsgevoelens van inwoners'.
Ook biedt deze monitor, zo geeft burgemeester Remkes maandag aan in een brief aan de raad, inzicht in ondermeer de aangifte-en meldingsbereidheid van Haagse inwoners alsmede de tevredenheid in het functioneren van de politie en de gemeente.
Uit de commissiebrief blijkt dat 3.826 inwoners de Veiligheidsmonitor hebben ingevuld. Daarmee zouden er , volgens het college, representatieve uitspraken gedaan kunnen worden. Uit de zogenoemde topindicatoren blijkt dat 39,5 procent van de inwoners zich wel eens onveilig voelt, hetzelfde percentage als in de monitor in 2017. Het aantal mensen dat zich vaak onveilig voelt, is gedaald van 3,8 naar 3,4 procent.
Volgens het college is het van belang subjectieve ontwikkelingen af te zetten tegen de objectieve groei uit de Veiligheidskaart. "De toename in het aantal geregistreerde misdrijven lijkt niet direct geleid te hebben tot meer gevoelens van onveiligheid, noch tot een verhoogd slachtofferschap", zo geeft het college aan. Dat zou kunnen betekenen aldus burgemeester Remkes, dat de toename van het aantal registraties mede zijn oorsprong heeft in veranderingen in de registratiemethodiek bij de politie-eenheid Den Haag.
Bij zogenoemde 'samenloopmisdrijven’ registreert de politie namelijk sinds juli 2018 niet alleen het zwaarste feit meer. Ook zou het doen van aangifte eenvoudiger zijn geworden, wat geleid kan hebben tot meer registraties. Daarnaast is, zo blijkt uit de monitor, dat de aangiftebereidheid bij slachtoffers sinds 2017 is gestegen van 21,8 naar 24,2 procent. Uit een vergelijking van de monitor met de drie andere grote steden, blijkt overigens dat Haagse respondenten zich eerder ‘vaak’ onveilig voelen dan respondenten in Amsterdam en Utrecht.
Uit de Veiligheidsmonitor blijkt ook dat het vertrouwen van de inwoners van de stad in de politie al jaren zo'n beetje hetzelfde is: dit keer is het 6,5, slechts 0,1 punt minder dat in 2017. Wel is de tevredenheid van de respondenten over hun laatste contact met de politie fors gestegen, van 58 procent in de vorige monitor naar 64,7 in 2019.
Per stadsdeel lijkt de politie de meeste 'fans' te hebben op Scheveningen, daar scoort Hermandad een 7,0. Nergens krijgt de politie een onvoldoende. De Scheveningers zijn ook het meest tevreden over hun laatste contact met de politie, 71,1 procent. Het minste vertrouwen is er in Escamp, 6,3, terwijl de inwoners van Haagse Hout het minst tevreden zijn over hun laatste contact met de politie.
Opmerkelijk in de cijfers is dat jongeren in de leeftijd tussen de 15 en 24 jaar het meeste vertrouwen in de politie hebben, liefst 7,1. Inwoners van 45-64 jaar hebben het minste vertrouwen met een 6,3. Hetzelfde beeld is te zien bij de tevredenheid over het laatste contact, ook daar scoort de politie bij jongeren het hoogst.
Wat betreft de afkomst van de respondenten, is er bij het vertrouwen noch de tevredenheid over het laatste contact vrijwel geen verschil tussen de autochtone, allochtoon-westerse en allochtoon-niet westerse Hagenaar.