Bijna de helft van de Haagse bedrijven heeft gebruikgemaakt van een van de financiële regelingen die door het kabinet in het leven zijn geroepen in de coronapandemie. Dat is minder dan in de andere drie grote steden: in Amsterdam, Rotterdam en Utrecht deed de helft of meer van de bedrijven een beroep op financiële steun.

Dat blijkt uit vrijdag gepubliceerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek CBS. Wat betreft de provincies werd de meeste steun aangevraagd in de provincie Limburg, 50 procent, Noord- en Zuid-Holland volgen met percentages van 45 procent en hoger.

Het gaat bij de cijfers om bedrijven met minstens 2 werkzame personen in Nederland, in totaal zo'n 187.000. Uit de publicatie blijkt dat driekwart van de bedrijfsvestigingen in Nederland eenmanszaken betreft, die relatief weinig (15 procent) gebruik maken van de onderzochte steunmaatregelen. De speciale regeling die voor hen in het leven is geroepen, de Tozo, is niet in het onderzoek meegenomen.

Bij de bedrijven die steun hebben aangevraagd, gaat het vooral om de horeca, overige persoonlijkedienstverlening (zoals kappers en schoonheidssalons) en de cultuursector. Zij konden gebruikmaken van de regelingen NOW-I, TOGS of uitstel van belastingbetaling.

In de overige bedrijfstakken lag het aantal steunverzoeken aanzienlijk lager.