Het is niet zozeer de vraag of de (Haagse) brandweer voldoende materieel heeft om branden in hogere flatgebouwen te bestrijden. Want dat materieel heeft, zoals eerder dit jaar de Haagse brandweercommandant Esther Lieben ook al aangaf, maar beperkte inzetmogelijkheden, zo stelt het college deze week in antwoorden op vragen van CDA-raadslid Pluimgraaff.
Zo ligt de maximale werkhoogte van hoogwerkers tussen de 30 en 35 meter, terwijl er tegenwoordig ook in Den Haag (woon)gebouwen worden neergezet die veel en veel hoger zijn. En met het huidige matereel is het door de dichtheid waarin gebouwd wordt, al moeilijk genoeg voor brandweerwagens om goed te kunnen manoeuvreren, zo stelde Lieben al.
De nadruk dient bij hogere gebouwen daarom te liggen op brandpreventie, brandbeperking en veilige ontvluchtingsmogelijkheden. Er moet voorkomen worden dat branden ontstaan. In geval van brand dient deze beperkt te blijven tot één ruimte. Bewoners moeten in dat geval op een veilige manier kunnen vluchten, zo stelt het college.
Pluimgraaff kwam in zijn vragen terug op eerdere vragen van zijn hand over een lijst van 160 gebouwen in Den Haag waarvan het zogeheten risicoprofiel oranje of rood is. Groen of geel betekent veilig, de kleuren voor de Haagse gebouwen betekenen dat er verbeteringen noodzakelijk zijn. Het raadslid wilde weten er structureel met de eigenaren van gebouwen met een hoog risicoprofiel wordt overlegd over de voortgang van de mogelijke verbeteringen/aanpassingen. Volgens het college wordt er gemonitord of eigenaren gehoor geven aan 'ons' verzoek tot toepassen van de risicotool. Wanneer hieruit blijkt dat men nog steeds in oranje of rood zit, volgt het verder uitvoeren van technisch onderzoek.
"Wanneer constructieve verbeteringen of aanpassingen aan de gevel nodig blijken te zijn, zal dit via het vergunningverleningsproces lopen", zo stelt het college. 'Overleg komt eventueel in een later stadium aan de orde. Bijvoorbeeld wanneer er geen nader technisch onderzoek wordt uitgevoerd of constructieve aanpassingen uitblijven wanneer deze nodig blijken te zijn."
Het college wijst er in zijn antwoorden op 'dat thans geen gebouwen aangemerkt zijn als brandgevaarlijk. "Indien gebouwen wel als dudanig worden aangemerkt, zal handhavend worden opgetreden", verzekert het Pluimgraaff. "Wanneer bij controle blijkt dat er geen brandalarm aanwezig is, zal dit worden afgedwongen."