Het college deelt weliswaar de zorgen van Hart voor Den Haag wat betreft het wapenbezit en geweldsincidenten onder jongeren, maar wijst er ook op dat zowel de aard als de omvang nog niet precies bekend is. Dus ook niet wat de rol van de muzieksoort drillrap bij deze ontwikkelingen is, laat staan of er een causaal verband is tussen de muziek en geweld.
Dat antwoordt het college op vragen en opmerkingen van de raadsleden De Mos en Dubbelaar. Zij verwezen in hun vragen/opmerkingen naar enkele publicaties over drillrap en de (mogelijke) verbanden met geweld. Een onderzoek van de Erasmus Universiteit moet daarover dit jaar meer duidelijkheid verschaffen, zo laat het college weten.
Uit de antwoorden van waarnemend burgemeester Remkes blijkt dat niet alleen de raadsleden en het college zich zorgen maken. Ook de politie doet dat, aldus de burgemeester. Daarom ook houden agenten die ontwikkelingen zowel op zichtbare als op onzichtbare wijze scherp in de gaten.
'Signalen en meldingen van het bezit van wapens zijn door de politie te allen tijde onderzocht en waar mogelijk is handhavend opgetreden', aldus het college. Het wijst er daarbij op dat een belangrijke rol is weggeleged voor wijkagenten, samen met jongerenwerkers.
Wat betreft de vervolging van jongeren die oproepen tot geweld in een drillrap, geeft het college aan dat alleen het Openbaar Ministerie verantwoordelijk is voor de vervolging van verdachten van strafbare feiten. Wel geeft Remkes aan dat hij tijdens het driehoeksoverleg met politie en jusitie ook praat over dit soort ontwikkelingen.