College: Discriminatie is altijd onaanvaardbaar

15 October 2020, 12:00 uur
Politiek
mainImage
Haagse

Het raadslid Fatima Faïd weet na haar vragen aan het college over discriminatie op de Haagse School en de vormen van samenwerking tussen de gemeente en de onderwijsinstelling alle ins and outs over de gezamenlijke projecten, maar veel minder eigenlijk over wat de gemeente kan doen aan eventuele vormen van discriminatie op de school.

Het lid van de fractie van de Haagse Stadspartij klom in de pen voor een reeks vragen na een artikel in het AD over discriminatie op de school en een artikel daarna van een docente die de signalen van discriminatie en racisme bevestigde. Ook zouden er volgens het raadslid op social media berichten staan van studenten die de HH hebben verlaten wegens discriminatie. 

Uit de opsomming door het college blijkt dat er veel projecten lopen waarin de opleiding en de gemeente goed, succesvol samenwerken of van elkaar gebruikmaken. Daar hoort ook inderdaad een financiële relatie bij zo geeft het stadsbestuur aan. 

Wat betreft de gemelde discriminatie geeft het college aan daarover gesprekken te hebben gevoerd met de HH. Wat betreft de docente die aangeeft om die reden te zijn vertrokken, stelt het stadsbestuur begrepen te hebben dat er geen andere meldingen zijn geweest. Wat betreft de door Faïd aangegeven meldingen op social media geeft het college aan dat er 'diverse redenen zijn voor medewerkers en studenten de HH (voortijdig) te verlaten', zonder verder in te gaan op discriminatie als reden.

Met betrekking tot de opmerking van het raadslid dat bij de interne klachtenprocedure in de HH vaak wordt verwezen naar de leidinggevende die nu juist de persoon is die bekend zou staan om discriminatoire gedrag, stelt het college dat de hogeschool voor die procedures verantwoordelijk is en daar niet in wil treden. Het stadsbestuur wijst er wel op dat in geval van discriminatie mensen zich kunnen melden bij 'Den Haag Meldt', dat voorziet in een externe procedure.

De gemeente geeft naar aanleiding van de vragen niet alleen Faïd aan dat discriminatie 'altijd onaanvaardaar'is,  maar ook dat het contact met het College van Bestuur heeft gehad 'waarbij de gemeenschappelijke aandacht voor het stelling nemen tegen discriminatie en het aangaan van het gesprek over discriminatie, steeds weer, centraal staat'.