Den Haag kent bijna tweehonderd mensen die op de wachtlijst staan voor een woonwagenstandplaats terwijl er jaarlijks maar een schamele 1 tot 2 plekken beschikbaar komen. Om aan die ongewenste stuatie proberen een einde te maken komt de gemeente met nieuw beleid waarin het de behoefte beter wil laten afstemmen op het aanbod.

Den Haag heeft 11 locaties met in totaal 233 standplaatsen. Bij de 195 belangstellenden voor een plek gaat het om mensen die in een woning wonen, maar graag (weer) in een woonwagen willen wonen (spijtoptanten), maar ook bijvoorbeeld om gezinsleden die graag op zichzelf willen gaan wonen.

Bij het maken van de nieuwe plannen wil het college dit keer ook de huidige en toekomstige bewoners (beter) gaan betrekken. Mede daarom zijn er vorig jaar interviews afgenomen met 178 mensen om te zien wat hun wensen zijn. Een daarvan was het opzetten van een bewonerscommissie.

Wethouder Martijn Balster wijst er op dat in de Woonagenda van het college 'we het afgelopen jaar al hebben vastgesteld dat we afscheid nemen van het zogenaamde ‘uitsterfbeleid’'. Om behoefte en aanbod (beter) op elkaar af te stemmen komt er een verkenning naar extra plekken op de huidige en nieuwe locaties en wordt er met de regio en de woonwagenbewoners gesproken over het toewijzingsbeleid waarbij ook de criteria voor de wachtlijst worden aangescherpt.

De wethouder benadrukt dat de ambitie is tot meer standplaatsen te komen. Maar, "dat zal niet met tientallen tegelijk gaan". “Er is sprake van een grote woningnood in Den Haag. Er zijn meerdere doelgroepen die we moeten huisvesten en er is een enorm tekort aan woonruimte en beschikbare grond. Het is een ingewikkelde opgave, maar we gaan ons uiterste best doen om ook meer perspectief te bieden aan mensen op de wachtlijst voor een standplaats.”