Het college komt snel met een nieuwe noodverordering die het mogelijk maakt specifieke gebieden zoals parken en stranden af te sluiten al zich daar teveel mensen bevinden. De verordening is een gevolg van de door de rijksoverheid aangekondigde verscherping van de maatregelen de verdere verspreiding van het coronacvirus te beperken.

De gemeente gaat de komende dagen inventariseren op welke locaties in Den Haag hardnekkige overtredingen van de landelijke maatregelen plaatsvinden. Dat zijn dus bijvoorbeeld parken, maar zou ook de Haagse Markt kunnen treffen waar het woensdag opnieuw erg druk was en het onmogelijk leek 1,5 meter afstand van elkaar te houden. Ondernemers hadden al eerder het college gewezen op de gevaren voor de volksgezondheid op de markt.

Volgens het college zullen excessen als eerste worden aangepakt met de nieuwe noodverordening. Tot dat moment wordt er gehandhaafd met behulp van de bestaande regels, indien nodig aangevuld met het gebruik van noodbevelen, zo maakt het college woensdag bekend.

In de nieuwe verordening kunnen inwoners van 12 jaar en ouder die zich niet houden aan de verplichting om met niet meer dan 3 personen bij elkaar te staan met een tussenruimte van minimaal 1,5 meter, een boete krijgen. Uitbaters van winkels dienen er zelf op toe te zien dat ook binnen hun onderneming de onderliggende ruimte tussen mensen minimaal 1,5 meter is en dus gelimiteerde toegang te organiseren. Tegen het niet voldoen aan deze regels wordt opgetreden.

Voor Den Haag betekent dit dat de komende dagen groepen mensen die zich ondanks de duidelijke richtlijnen toch onnodig naar buiten begeven en zich ophouden met te grote groepen en te kleine onderlinge afstand daarop worden aangesproken. Bij het niet gehoor geven aan aanwijzingen kan via een noodbevel de situatie onmiddellijk beëindigd worden en volgt zo nodig strafrechtelijke vervolging. Bij ondernemingen die tegen de regels open zijn wordt nu al met behulp van bestuurlijke instrumenten gehandhaafd middels dwangsommen.

Het college doet andertmaal een beroep op de ouders, het bestaande maatschappelijk werk en ondersteuningsverbanden om ook nu de eigen jeugd aan te spreken en indien nodig te corrigeren.