Het college komt in zijn officiële reactie aan het ministerie met betrekking tot Ontwerp-Tracébesluit/MER A4 Haaglanden –N14, twee voor de regio belangrijke wegen, tot een opmerkelijke suggestie: 'Zonder nu meteen uw hele project ter discussie te willen stellen, willen wij u toch op deze plaats en midden in de coronacrisis in overweging geven of dit project en deze investering in deze vorm en omvang en op deze termijn doorgang moet blijven vinden'.
In zijn reactie, dinsdag ook naar de raad gestuurd, wijst het college het ministerie er op dat uit rapportages blijkt dat -ook op het hoofdwegennet -het oplossend vermogen van doorgaande wegverbredingen 'een zekere beperking' kent.
"In de deelrapportage Verkeer staat bijvoorbeeld dat congestie en verliesuren weliswaar met ongeveer de helft afnemen maar ook dat files voor een deel hardnekkig en aanwezig zullen blijven, ondanks de forse investeringen en verbeteringen", zo schrijft het college. "Ook zullen volgens de rapportages de reistijden weliswaar afnemen, maar met een relatief beperkt percentage variërend tussen de 1 en 13%."
Daarnaast, zo stelt het Haagse college, heeft de geplande wegverbreding ook een aantal negatieve effecten. "Zo zal dit project 5-15% extra autoverkeer genereren en raakt het aansluitende stedelijk wegennet zwaarder belast. Dat geldt ook voor het milieu, de natuur, het landschap en de verkeersveiligheid."
Het college gaat vervolgens nog even verder met zijn kritische blik op de beoogde verbreding van de A4 tussen de Ketheltunnel en de aansluiting met de N14 bij Leidschendam. Nu al worden de Vlietzone en Leidschenveen-Ypenburg gescheiden door de A4, schetst het de huidige situatie. "Met dit grootschalige infrastructuurproject blijven kansen liggen om integrale, ruimtelijke kwesties op te pakken om de wijken grenzend aan de snelweg en het Prins Clausplein beter bereikbaar te maken. Het verbreden en verstenen van de A4 heeft voor dit gebied van Den Haag dan ook veel negatieve gevolgen. De barrièrewerking neemt in de toekomst fors toe met als gevolg vermindering van de leefkwaliteit voor mens, flora en fauna."
Dat in het ontwerptracé wordt gesproken van “Inclusief snelweglandschap in de delta” suggereert hoge ambitie en schept verwachtingen over de ruimtelijke kwaliteit van de inpassing van dit stuk snelweg in het gebied, reageert het college. Maar, de snelweg krijgt echter de uitstraling van een traditioneel infrastructuurproject, waarbij de nadruk vooral lijkt te liggen op de verkeerskundige ingrepen en de wettelijk noodzakelijke compensatie-en inpassingsmaatregelen.
Het college grijpt de gelegenheid van het ontwerptracé ook aan om bij het rijk er nogmaals voor te pleiten de maximumsnelheid op de gehele A4-passage te verlagen naar 100 km/u omdat de weg midden door dichtbevolkt gebied loopt. "Dus ook ’s nachts en op de hoofdrijbaan."
Tevens wil het college dat er beter gekeken wordt naar de plannen omdat het aantal voertuigkilometers op het onderliggend wegennet nauwelijks zal dalen. "Daarnaast zorgt het ontwerp ook niet voor een verbetering van de verkeersveiligheid en een bijdrage aan de ambitie van minder verkeersslachtoffers. De bijdrage aan de klimaat-en stikstofdoelen is op deze wijze ook nihil", stelt het Haagse college.