Het gaat goed met het oplossen van de parkeerproblemen in Haagse woongebieden. Over de hele linie is de parkeerdruk afgenomen, in wijken met een zeer hoge druk (boven de 90 procent) zelfs beduidend. De gekozen aanpak is dus succesvol.

Dat stelt het college donderdag in het voortgangsbericht van het programma ‘Parkeren in Woongebieden’. Sinds de rapportage uit 2017 zijn in diverse wijken straten heringericht waarbij het aantal parkeerplaatsen in de openbare ruimte is uitgebreid. Dat is volgens het college het gevolg van de gekozen strategie om in buurten met een parkeerprobleem met in principe voldoende parkeerplaatsen een betaald parkerenregeling in te voeren. Daarentegen wordt in buurten met te weinig parkeerplaatsen eerst extra parkeercapaciteit toegevoegd met een zogeheten light-versie van een parkeerregeling (kraagregeling) om de druk alvast te verlichten.

Bij het aanpakken van de parkeerdruk worden buurtbewoners (deskundigen bij uitstek) betrokken om draagvlak voor de gekozen maatregelen te verkrijgen. Per wijk verschilt de participatie van de bewoners omdat elk project anders is qua omvang en complexiteit van het project, de beschikbare tijd en de beschikbare middelen, zo stelt de gemeente. Elke keer is daardoor sprake van maatwerk.

Verantwoordelijk wethouder Robert van Asten wijst er bij de presentatie van het voortgangsbericht op dat Den Haag in Nederland de meeste auto’s per vierkante meter kent. Ook zijn er niet alleen grenzen aan het toevoegen van extra parkeerplaatsen in de openbare ruimte, ook gaat dat altijd gepaard met discussies over het nut en de noodzaak daarvan. Maar, zo heeft Van Asten gemerkt, 'steeds vaker blijkt dat een meerderheid van buurtbewoners uiteindelijk meer waarde hecht aan groen in de buurt of speelruimte voor kinderen, het creëren van fietsparkeerplaatsen of het plaatsen van ondergrondse restafvalcontainers (ORAC’s)'.

Onderzoek heeft daarnaast uitgewezen dat veel Hagenaars nu nog vaak voor hele korte ritjes de auto pakken. "Om te voorkomen dat de stad dichtslibt, zijn maatregelen nodig. We zullen daarom scherpere keuzes moeten maken en steeds meer inzetten op lopen, fietsen en OV, aangevuld met elektrisch deelvervoer. Daar zetten we met de Haagse Mobiliteitstransitie stevig op in“, aldus de wethouder.