Het college ziet geen heil in het voorstel van VVD-raadslid Judith Oudshoorn om de komende 6 maanden horeca-ondernemers toe te staan dat zij tenten plaatsen op de huidige, soms grotere terrassen. Wel staat het college positief tegen een ander idee om de ondernemers te helpen de coronapandemie door te komen, het mogelijkmaken van zogenoemde pop-uprestaurants in panden die nu leeg staan.

Dat antwoordt het college op vragen van Oudshoorn die hoopt te bereiken dat de inkomstenderving van de horeca-ondernemers door de pandemie door dit soort maatregelen wat kan worden opgevangen.

Het college zegt echter dat terrassen zich bevinden in de openbare ruimte, en dat met het plaatsen van een tent 'deze openbare ruimte wordt  afgeschermd'. Gevolg is dan volgens het stadsbestuur dat het zicht voor onder meer hulpdiensten wordt belemmerd en er geen zicht is op wat er achter een tent afspeelt/bevindt.

Daarnaast, zo geeft het college aan,  is de gemeente verantwoordelijk voor de veiligheid in de openbare ruimte. "Het plaatsen van tenten in de winter kan bij harde wind voor onveilige situaties zorgen voor terrasbezoekers en passanten. Dit vindt het college een te groot risico."

Dat wijst er in de antwoorden wel op dat horeca-ondernemers voor terrasoverkappingen aan de gevel of parasols die in de grond verankerd staan wel een omgevingsvergunning kunnen aanvragen. "Eenmaal vergund mogen deze het hele jaar door blijven staan en kunnen deze overkappingen ook in de winter op een veilige manier bescherming bieden tegen de weersomstandigheden", zo laat het college Oudshoorn weten. Het wijst er daarbij op dat binnenkort een nieuwe tijdelijke maatregel bekend wordt gemaakt over tijdelijke terrasoverkappingen in de winter.

Het idee van ondernemers om in leegstaande panden, een aantal dat steeds verder groeit door de coronacrisis, tijdelijk pop-uprestaurants te starten, viel in betere aarde. Daarvoor zijn dan wel tijdelijke horecavergunningen nodig, maar daar is volgens het college een oplossing voor te vinden. Maar dan wel alleen als de aanvrager aan dezelfde voorwaarden voldoet als bij een permanente horecavestiging.