De in 2018 geïntroduceerde 'community builders' mogen blijven. Uit een evaluatie door de Haagse Hogeschool is gebleken dat hun rol als professional die dicht bij de inwoners staat en met een helikopterview naar problemen en uitdagingen kijkt, een nuttige aanvullig is op bijvoorbeeld bestaande functies als opbouwwerkers. Wethouder Balster heeft de raad daarom laten weten verder te willen en gaan met de community builders, met enkele aanpassingen.

Belangrijk is volgens de onderzoekers de vrije rol die de builders op zich hebben genomen. In alle acht wijken waar ze werkzaam zijn, maken zij daardoor echt het verschil voor de bewoners. Daarbij gaat het er vooral om dat de community builders gefocust zijn op het oplossen van problemen en het benutten van kansen die door bewoners worden aangedragen. 

Doordat zij ook bijna doorlopend in de wijk aanwezig zijn, ontstaan er stevige formele netwerken. Omdat het professionals zijn in dienst van de gemeente, zijn er korte lijntjes met het stadhuis en kunnen dus zaken snel en adequaat worden aangepakt. 

Belangrijk is wel volgens de onderzoekers dat het profiel van de community builders scherper wordt geformuleerd. Nu botst het soms nog met de werkzaamheden van de opbouwwerkers, maar beogen zij het zelfde, betreft het feitelijk communicerende vaten. Bij onder meer de hervorming van het welzijnswerk wordt door het college gekeken naar oplossingen, zo laat Balster weten.

Ook moet er meer duidelijkheid komen over waar de builders in de gemeentelijke hiërarchie passen. Hun kracht ligt namelijk, zo stellen de onderzoekers, in de ruimte die zij krijgen om hun werk te doen. Dat bepaalt hun slagkracht en meerwaarde ten opzichte van de al langer bestaande situatie.

Daarnaast dient er structureel aandacht te zijn voor een (verdere) professionalisering van de community builders. Daarbij gaat het volgens zowel de onderzoekers als het college over het belang om te investeren in de inhoudelijke en procesgerichte taken van de community builder.