D66 in de gemeenteraad wil van het college van burgemeester en wethouders duidelijkheid hebben over de situatie bij gezinshuizen Den Haag. Fractievertegenwoordiger Demi van Wijk heeft daarover schriftelijke vragen gesteld aan het college.

"Gezinshuizen zijn een populaire en waardevolle manier om kinderen op een veilige manier op te laten groeien zonder ze in grote gesloten instellingen te plaatsen", zegt Van Wijk. "Maar overzicht, toezicht en de juiste veiligheidsprotocollen ontbreken, met alle gevolgen van dien." Na berichten over een incident waarbij een ouder uit een gezinshuis na mishandeling gewoon haar gang kon blijven gaan, wil D66 Den Haag meer zicht op gezinshuizen. "Gezinshuizen zijn van grote waarde. Maar hoe kwetsbaarder het kind, hoe zekerder we moeten zijn dat we alles op orde hebben.”

Als een kind uithuisgeplaatst wordt, kan het terecht komen in een pleeggezin, een grote instelling, óf een gezinshuis. Een gezinshuis is kortgezegd: professionele zorg in een gewoon gezin. Maar hoewel deze zorgvorm veel voordelen heeft is het ook kwetsbaar. In tenminste één gezinshuis buiten Den Haag hebben jarenlang misstanden plaatsgevonden ondanks dat er aan alle mogelijke alarmbellen werd getrokken. De VPRO maakte daar een reportage over. Een gezinshuisouder die haar werk volgens het tuchtcollege voor de Jeugdzorg nooit meer mocht uitoefenen wegens geestelijke mishandeling en verwaarlozing van een pleegjongen, kon toch gewoon doorgaan in haar rol van gezinsouder.

Geen overzicht

Misstanden als deze kunnen plaatsvinden omdat er geen goed overzicht is op gezinshuizen, zegt fractievertegenwoordiger Demi van Wijk. “Bijna iedereen kan een gezinshuis beginnen, er is bijna geen overzicht van gezinshuizen en bijna niemand controleert ze. Dat is een risico voor de kwetsbare kinderen die in gezinshuizen zitten.”

Van Wijk vraagt daarom aan het college om te checken hoe het staat met de overzichten in Den Haag en of de protocollen rondom klachten en mistanden voldoende zijn. “Deze kinderen zijn al enorm kwetsbaar. Als ze dan de moed hebben om aan de bel trekken om misstanden te melden, moeten ze er ook op kunnen vertrouwen dat er snel en betrouwbaar naar gehandeld wordt. Want ieder kind moet vrij en veilig kunnen opgroeien.”