Nog ongeveer een maand en dan kunnen/moeten de bestrijders van de eikenprocessierups ook in Den Haag weer aan het werk. Want hoewel er in de stad verhoudingsgewijs niet zo heel veel eiken staan, veel minder in ieder geval dan in andere delen van het land, kunnen ook die meer dan 8000 eiken in de stad problemen veroorzaken. 

Uit onderzoek van het kenniscentrum Eikenprocessierups blijkt dat al eerder deze maand de eerste jonge rupsen zijn gesignaleerd. Maar niet in Den Haag, en daarnaast is het in deze fase van de ontwikkeling van de rupsen eigenlijk nog niet echt nodig in te grijpen bij de rups die de larve is van de nachtvlinder.

"Als de rupsjes nog klein zijn, veroorzaken ze nog geen overlast. Ze hebben dan al wel haartjes maar nog niet de brandharen die overlast kunnen veroorzaken. Als de temperatuur normaal verloopt dan komen die brandhaartjes rond half mei. Dat is ook het moment waarop ze de opvallende nesten gaan vormen en goed zichtbaar worden voor mensen”, zegt Peter van Kan, een van de Haagse groenbeheerders.

,,Het heeft geen zin om het bedrijf eerder aan het werk te zetten omdat de nesten dan simpelweg nog niet goed zichtbaar zijn. Zodra zij een nestje zien, dan wordt dat geregistreerd en kunnen ze weggehaald worden. De nestjes worden weggezogen en daarna verbrand. In Den Haag gebruiken we dus geen chemische bestrijdingsmiddelen om de eikenprocessierups weg te halen.” De bestrijders troffen vorig jaar in Den Haag volgens Van Kan zo'n 240 nesten aan.

Den Haag kent in totaal zo'n 120.000 'stadsbomen, de bomen in plantsoenen, langs wegen, kades en lanen. Daarvan zijn er dus 'maar' ongeveer 8000 eiken, naast nog wat eiken in bossen en parken. De iep en de linde zijn bijvoorbeeld veel populairder.