De Mos wil eindelijk actie tegen straatintimidatie

12 April 2021, 11:33 uur
Politiek
mainImage

Seksuele intimidatie en geweld tegen vrouwen komt te vaak voor. Zondag was er een demonstratie tegen vrouwengeweld op het Malieveld.

“Hart voor Den Haag spreekt haar steun uit voor de vrouwen die opstaan tegen straatintimidatie. Bijna de helft van de Hagenaars heeft hiermee te maken gehad blijkt uit onderzoek. Het college weigerde tot op heden ons voorstel om een pikpraat-app in te voeren. We doen opnieuw een beroep op het stadsbestuur om straatintimidatie aan te pakken. Het naroepen van beledigende opmerkingen, het achtervolgen van vrouwen en het soms zelfs ongevraagd aanraken, zijn volstrekt onaanvaardbaar”, aldus Hart voor Den Haag fractievoorzitter Richard de Mos. 

Vrouwen die last hebben van straatintimidatie moeten dat kunnen gaan melden via hun telefoon. Den Haag moet daarvoor net als Rotterdam een pikpraat-app invoeren. Via die app kunnen mensen op een eenvoudige, veilige en anonieme manier melden dat ze op straat worden nagesist, nageroepen of lastiggevallen. De gemeente stuurt vervolgens vaker handhavers naar die plekken

“Waarnemend burgemeester Remkes had ons beloofd dat het stadsbestuur meer zou doen tegen straatintimidatie. Hij zou met zijn collega’s uit de drie andere grote steden in gesprek gaan over de mogelijkheden en samen optrekken richting de landelijke overheid om het sisverbod in te voeren. Hiermee zou het beboeten van mensen die vrouwen nasissen of uitschelden mogelijk worden. Omdat de rechter uit oogpunt van de vrijheid van meningsuiting anders besloot, blijft het aanpakken van straatintimidatie lastig. Daarom moet de landelijke overheid hier wetgeving voor maken”, aldus De Mos, die ook pleit voor het opvoeden van jongens door educatie. “Bij het vak seksuele voorlichting op middelbare en wat mij betreft ook op basisscholen, moeten kinderen les krijgen over hoe ze op een normale manier met elkaar omgaan. Daartoe hoort niet het uitschelden van vrouwen en het zien van dit geslacht als seksueel object. Zijn er signalen dat dat ontspoort, moeten de ouders en als dat niet werkt Jeugdzorg ingeschakeld worden om dit vroegtijdig te sturen op intimiderend gedrag.”