Of er een oorzakelijke realitie is, zal wel nooit met zekerheid kunnen worden gezegd, maar het was wel opmerkelijk dat binnen een half uur nadat waarnemend burgemeester Remkes de raadsvergadering letterlijk had verlaten het debat over de Programmarekening volkomen ontspoorde.
Aanleiding was de inbreng van PVV-fractievoorzitter Kruis, die doordat hij tijdens zijn inbreng werd gestoord door het vertrek van Remkes opnieuw mocht beginnen. Hij vatte de insteek van het debat zo breed op dat hij een uitgebreid betoog begon over hoe vooral de linkse partijen in de raad zich hebben gedragen rond alle demonstraties van Black Lives Matter en van organisaties die zich tegen de coronamaatregelen keerden.
Kruis maakte er een persoonlijke aanval op raadsleden van PvdA (Tseggai), GroenLinks (Kapteijns) en de Haagse Stadspartij van, die tot felle reacties van die betreffende raadsleden leidde. De PVV-er verweet hen onder meer dat zij het geweld tegen de politie vergoeilijkten, maar wel veel kritiek hadden op het optreden van de politie bij de demonstraties en dat zij agenten daarmee volledig in de kou laten staan.
Maar daar liet hij het niet bij, tot grote verbazing van de rest van de raad. Hij kwam namelijk met een motie waarin hij de raad vroeg bij de partijen aan de linkerzijde er op aan te dringen hun fractievoorzitters aan de kant te schuiven en iemand van een andere cultuur op die plek te zetten.
Het debat ontspoorde vervolgens totaal, waarbij Van der Helm door meerdere partijen werd opgeroepen de motie buiten de orde te plaatsen, een maatregel die bijna nooit wordt genomen in een raadsvergadering. Het kostte de plaatsvervangend voorzitter ook zichtbaar de grootste moeite om tot die maatregel over te gaan.
Toen hij dat eenmaal had besloten, ontplofte Kruis die vond dat hij daarmee in zijn vrijheid van meningsuiting werd beperkt, en dat het helemaal niet kon wat Van der Helm deed, dat het ongekend was.
De voorzitter van het presidium bleef echter bij zijn mening, en herhaalde dat Kruis nergens in zijn vrijheid van meningsuiting werd beperkt, dat hij inderdaad gaat over zijn eigen inbreng, dat hij van alles mag zeggen in zijn betogen, maar dat de motie niet paste in het debat. Ook kon hij zich, uitgedaagd door Kruis, eigenlijk geen ander moment voorstellen waarin een motie past die de raad oproept zich uit te spreken over wie fractievoorzitter van welke partij wordt.
Toen het leek alsof de raad verder kon gaan, met een nog steeds tegensputterende Kruis, kwam Hart voor Den Haag/Groep de Mos raadslid Dubbelaar nog met een opmerking. Volgens hem had vertrekkend burgemeester Remkes nu net gezegd dat er in een debat nooit een motie buiten de orde kon worden gesteld, dus waarom Van der Helm dat nu net wel had gedaan wilde hij weten.
Kruis viel hem bij, Van der Helm ging de discussie niet meer aan, buiten de vergadering wilde hij daar echter best nog wel eens over debatteren, maar dinsdagavond niet meer.
Later kwam Van der Helm er toch nog een keer op terug, toen er commotie ontstond over een interruptie van Kruis bij de inbreng van raadslid Tseggai. Hij riep de raadsleden nogmaals op het debat en de interrupties niet persoonlijk te maken en er rekening mee te houden dat de raad 'het visitekaartje van de stad is'.