Den Haag kende op 1 januari 2019 meer dan 82.000 huishoudens met 1 of meer kinderen: 82.191. Van die huishoudens had het grootste deel, 61.597, minderjarige kinderen. De meeste huishoudens in de stad hadden 1 kind, 37.530, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek CBS.

Ruim 30.000 huishoudens in de stad hadden 2 kinderen (31.045), en 13.616 huishoudens hadden 3 of meer kinderen. De provincie Zuid-Holland kende volgens het CBS op 1 januari vorig jaar 566.487 huishoudens met 1 of meer kinderen.

In de gemeente Westland waren er op de peildatum 17.455 huishoudens met kinderen, de meeste met 2 kinderen, 7.824. Rijswijk kende 7.964 huishoudens met kinderen, de meeste huishoudens met 1 kind, 3.943. Zoetermeer had op 1 januari vorig jaar 20.835 huishoudens met kinderen, ook hier de meeste met 1 kind, 9.397.

In totaal kende Nederland volgens het CBS op de peildatum bijna 1,9 miljoen gezinnen met kinderen tot 18 jaar. In 1,3 miljoen van deze huishoudens was het jongste kind jonger dan 12 jaar, in 563.000 huishoudens was het jongste kind 12 tot 18 jaar oud. Er waren 356.000 eenouderhuishoudens met minderjarige kinderen.