De raad heeft woensdagavond ingestemd met de 'Economische Visie Den Haag + 2030, brede economische groei in een stad zonder grenzen' waarin het college, en feitelijk ook het oude college, zijn visie geeft op waar de stad economisch heen zou moeten de komende 10 jaar.

Volgens wethouder Bruines is het een breed gedragen nota doordat er sinds de start in 2018 met alle betrokken partijen is gesproken. In de visie gaat het college in op een breder, langer perspectief voor de stad. Uitvoering van de plannen zal elk jaar gebeuren in de zogenoemde uitvoeringsagenda's, waarin kan worden ingespeeld op actuele ontwikkelingen, zoals nu door corona. Want, de toekomst is onzeker, zo gaf zij in een korte beschouwing aan.

Maar, we kunnen niet alles als gemeente zelf oplossen, we zullen ook regionaal, landelijk en internationaal moeten blijven kijken. We gaan ook kijken hoe we minder afhankelkijk kunnen worden van de Rijksoverheid als werkgever, zoals we ook meer aandacht gaan schenken aan zorg innovatie, aan de bouw, aan maakwerk en vakdiensten, stelde zij. 

In de vele moties die werden ingediend was er een die opviel, die van CU/SGP-fractievoorzitter Grinwis. Hij gaf een andere lezing aan wat economie is, hoe we daar naar zouden moeten kijken. Groei is een middel gaf hij aan, groei is geen doel. Dat is bloei. Hij kwam daarom met een motie om in de Kadernota en het raadsvoorstel de term “brede economische groei” te vervangen voor “brede economische bloei”.

Een verandering van slechts twee letters, aldus het raadslid, maar die 'zorgt voor een veel rijker, breder en dieper motto en doel voor de economische visie van Den Haag'. "Economie gaat niet om geld en groei, maar om relaties en bloei, niet om een lijstje smalle indicatoren als BRP, vestigingen en banen, maar om welvaart in brede zin en dus ook om welzijn, gezondheid en duurzaamheid. Met deze uiterst kleine en subtiele wijziging, geven we daar uitdrukking aan", aldus Grinwis.

Hij kreeg geen enkele bijval van wethouder Bruines, die haar uiteenzetting eindigde met de melding aan Grinwis dat het college de motie 'stellig ontraadde'. Verrassend genoeg, ook voor het CU/SGP-raadslid, bleek er toch een meerderheid te zijn voor zijn idee, al was die wel de kleinst mogelijke: 21 voor, 19 tegen.