De directeur ontwikkeling en realisatie van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling (DSO) die eerder dit jaar moest vertrekken nadat de gemeente hem er onder meer van had beschuldigd de interne Haagse gedragscodes te hebben overschreden, geeft in zijn verweer aan dat hij inderdaad heeft nagelaten een bezoek aan Feijenoord te melden en met een bouwer gesproken te hebben over de Kerk Martelaren van Gorcum aan het Stadhoudersplantsoen. 

Dat blijkt uit correspondentie tussen de ambtenaar en gemeentesecretaris Ilma Merx die Omroep West zegt in handen te hebben. Maar uit het verweer van de directeur blijkt ook volgens de omroep dat hij de gemeente heeft aangeraden geen gerechtelijke procedures tegen hem te beginnen. Mocht daar toch sprake van zijn, dan kon er volgens de ambtenaar voor de rechter wel eens informatie naar buiten komen die 'voor de gemeente niet bevorderlijk was', zo citeert Omroep West. De directeur was binnen de gemeente ook verantwoordelijk voor cultuurcomplex Amare op het Spuiplein, een zeer heet hangijzer binnen de Haagse politiek.

In haar brief aan de directeur zou Merx hebben geschreven dat uit een onderzoek naar diens gedrag was gebleken dat dat 'niet past bij hoe de gemeente vorm wil geven aan de publieke taak, waarbij openheid en transparantie voorop dient te staan en integer handelen boven elke twijfel is verheven'. De hoogste ambtenaar van de gemeente, Merx, zegt in de brief volgens de omroep ook dat er voldoende grond voor ontslag zou zijn, maar dat de gemeente desondanks bereid is te komen tot een regeling. Zij zou dan wel binnen drie weken antwoord hebben willen hebben.

Volgens Omroep West zag de directeur daarin een dreigement, waarop hij kwam met de suggestie van een minnelijke schikking omdat bij een rechtszaak dus informatie naar buiten zou kunnen komen die gemeente, en dus waarschijnlijk ook verantwoordelijk wethouder Boudewijn Revis, zou kunnen schaden.

Voor de fractie van Hart voor Den Haag/Groep de Mos is de publicatie van Omroep West aanleiding woensdag tijdens een debat over integriteit vragen over de correspondentie tussen Merx en de directeur te stellen.