Energietransitie mag niet leiden tot armoede

25 February 2020, 11:01 uur
Politiek
mainImage
Ingezonden

Het college blijft zich op alle mogelijke manieren inzetten om ervoor te zorgen dat de energietransitie niet leidt tot zogenoemde energiearmoede bij Haagse huishoudens. Uit cijfers van het binnenkort uit te brengen rapport Haagse Woningmarkt 2018 blijkt volgens wethouder Van Tongeren dat voor 14 procent van de huishoudens in de stad de energielasten meer dan 10 procent van het netto huishoudinkomen bedragen. En dat levert aldus het college zeker voor de lagere inkomens problemen op.

Van Tongeren antwoordt dat op vragen van SP-raadslid Arp. Die wees eind vorig jaar op een artikel in dagblad Trouw waaruit bleek dat nu al 650.000 huishoudens kampen met energiearmoede, en dat het aantal in 2030 door de energietransitie mogelijk zal zijn gestegen naar 1,5 miljoen. De wethouder vindt net als het raadslid die aantallen onacceptabel. Zij wijst er op dat het college in de Nota Duurzaamheid aangeeft dat de omslag naar schone energie niet mag leiden tot hogere woonlasten. De gemeente heeft hier echter maar beperkt invloed op, geeft zij Arp aan. Via de koepelorganisatie VNG heeft Den Haag het kabinet aangegeven dat de betaalbaarheid van de energie-omslag een van de randvoorwaarden is voor instemming met het Klimaatakkoord.

De wethouder geeft Arp aan dat de gemeente op veel manieren inzet op het besparen van energie en het tegelijk bestrijden van armoede. Dat betreft bij de besparingen onder meer goede prestatie-afspraken met de woningcorporaties, het gericht ondersteunen van meer dan 1000 huurders bij het winterklaar maken van hun woning en subsidies voor betere isolatie van woningen. Bij de reguliere armoedebestrijding wijst Van Tongeren onder andere op de pilot met 150 deelnemers in 2020 waarbij de maandelijkse betalingen voor de belangrijkste vaste lasten centraal worden geregeld. Dat moet bijvoorbeeld problematische schulden gaan voorkomen, deelnemers kunnen ook een maximale korting van 30 euro op de totale vaste lasten krijgen.

In haar antwoorden wijst Van Tongeren wat betreft de energielasten op de stijgende belasting op gas die door het Rijk is vastgelegd, en waar de gemeente dus geen invloed op heeft. Zij heeft met de andere drie grote steden aangegeven dat ontkoppeling van de gasprijs essentieel is om warmtenetten zoals die in Haag worden aangeboden een aantrekkelijk alternatief te laten zijn. Directeur Rard Rijcken van warmteleverancier Eteck wees daar eerder deze week ook al op.

Arp wijst in haar vragen ook op een initiatief in de stad Groningen. Daar is het college door de raad opgeroepen een plan uit te werken voor gezamenlijke energie-inkoop voor mensen met een laag inkomen, gebaseerd op de zorgverzekering voor minima in Den Haag. Van Tongeren geeft aan bereid te zijn de mogelijkheden te willen onderzoeken, en daarop terug te komen in haar volgende programmabrief Duurzaamheid. 

 


Door: antwoorden