De Haagse fractie van NIDA heeft forse kritiek op de handelwijze van de 'Parlementaire ondervragingscommissie ongewenste beïnvloeding uit onvrije landen'. Volgens voorzitter Abeel Mahmood kreeg hij bij het horen van een aantal verhoren “kiespijn van de kwaliteit en vooringenomenheid van de verhoren”. “De commissieleden hebben hun huiswerk niet op orde. Het is een showproces waarbij de commissie niet op zoek lijkt naar antwoorden maar bevestiging zoekt op haar vooringenomen conclusies.”
Volgens Mahmood is buitenlandse financiering in zijn algemeenheid en niet alleen van moskeeën in Nederland een interessante thema dat in een bredere setting besproken dient te worden. Maar, zo stelt hij maandag, “de wijze waarop de commissie haar werk uitvoert - en moskeeën als mikpunt heeft uitgekozen - is een achteruitgang van onze rechtsstaat waarbij gelijke behandeling ver te zoeken is”.
Ook Nourdin El Ouali politiek leider van NIDA, heeft weinig goede woorden over voor de commissie die maandag aan haar tweede week is begonnen. “Onschuldige moskee bestuurders worden als criminelen in het verdachtenbankje onderworpen aan een politiek kruisverhoor over hun geloofsopvattingen en handelingen. Taferelen waar Wilders zijn vingers bij aflikt.”
Maandag spreekt de commissie onder meer met de heer Taheri, voormalig bestuursvoorzitter van de As-Soennah moskee in Den Haag. Daarna komt voormalig burgemeester Pauline Krikke aan het woord.
Door: gevrraagd