Het klopt absoluut niet dat na de screening die Bureau Berenschot heeft uitgevoerd  bij alle (nieuwe) wethouders, er een officiële verklaring van niet-integer handelen is ingediend tegen een wethouder. Ook uit de gesprekken die de Commissie Integriteit voerde met de (kandidaat-) wethouders, is niets gebleken van feiten en omstandigheden op het gebied van integriteit die een beletsel vormen voor het wethouderschap.

Dat stelt het college donderdag in antwoord op vragen van de fractie van Hart voor Den Haag/Groep de Mos. Die stelde dat er wel degelijk sprake zou zijn geweest van zo'n verklaring door het externe bureau.

Volgens het college is uit alle verzamelde gegevens "niet gebleken dat de (kandidaat-)wethouders een functie vervullen die volgens artikel 36b Gemeentewet onverenigbaar is met het wethouders ambt. Ook zijn er geen verboden handelingen geconstateerd. Uit alle overhandigde Verklaringen Omtrent Gedrag en gegevensoverzichten van het Bureau Kredietregistratie, zijn ook geen bijzonderheden voortgekomen die een risico vormen voor een integere ambtsinvulling, zo meldt de gemeente.

Met betrekking tot het onderzoek van Bureau Berenschot laat het college Hart voor Den Haag/Groep de Mos ook nog weten 'dat dit onderzoek sinds 18 februari 2020 voor raadsleden ter inzage ligt bij de griffie'