Raadslid Jelle Meinesz wil dat de gemeente haar buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's) gaat uitrusten met wapenstok, pepperspray en het liefst ook bodycams. Hij steunt de Nederlandse Boa Bond (NBB) die minister Ferd Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) oproept om met een spoedprocedure te zorgen voor een betere uitrusting van de gemeentelijke ambtenaren.

Meinesz en de bond reageren op de reeks van incidenten waarbij de boa's het slachtoffer zijn van geweld bij de uitoefening hun handhavende taken. Omdat per gemeente is geregeld welke attributen de boa's mogen gebruiken, heeft de ene boa wel de beschikking over bijvoorbeeld een wapenstok en pepperspray en zijn collega in een buurgemeente niet. 

De bond wil dat Grapperhaus aan die ongelijkheid een einde maakt, Meinesz wil dat de gemeente Den Haag haar handhavings-ambtenaren sowieso betere bescherming aanbiedt in de corona-crisis 'om zich te kunnen verdedigen bij excessief gedrag'. Het raadslid denkt daarbij ook aan een zogeheten paniekknop met locatievermelding om het politieapparaat bij escalerende omstandigheden meteen op te kunnen roepen.  

Meinesz pleit er ook voor dat de gemeente haar boa's beter gaat inzetten. Dus geen handhavers in gebieden waar weinig tot niets fout gaat, maar meer inzet in probleemgebieden waar ze veel nuttiger zouden zijn.  

Boa’s zijn gemeenteambtenaren die, zo geeft de politie-website aan, 'tijdens hun werk effectief moeten kunnen optreden tegen geweld en agressie. Sommigen hebben daarom politiebevoegdheden. Zij mogen mensen fouilleren of bepaalde geweldsmiddelen gebruiken, zoals wapenstok, pepperspray of vuurwapen. De meeste boas’s hebben handboeien bij zich'.