Gemeenteraadsleden van de Haagse Stadspartij, SP, Partij voor de Dieren en Denk willen van 1 juli een vrije dag voor Haagse ambtenaren maken. Het is vandaag Keti Koti, de dag dat de afschaffing van de slavernij in 1863 wordt gevierd.

"Het is hoog tijd dat de afschaffing van de slavernij in Suriname en de voormalig Nederlandse Antillen een nationale herdenkings- en feestdag wordt in Nederland", zegt Fatima Faïd van de Haagse Stadspartij. "In 2023 is de slavernij 150 jaar afgeschaft, en dat is een heel mooi begin voor beleidsverandering." 

De politieke partijen dienen bij de gemeenteraadsvergadering op 7 juli een motie in, om alle gemeentelijke ambtenaren vrij te geven op 1 juli, in ieder geval totdat het een nationale vrije dag is. "Natuurlijk zijn wij voor een landelijk besluit en willen wij dat iedereen vrij is. Jammer genoeg is Nederland nog niet zo ver. Den Haag heeft een belangrijke rol gehad in het slavernij verleden. Het zou daarom juist heel mooi zijn als Den Haag initiatief zou tonen en alle ambtenaren vrij zouden geven", aldus Faïd.

Wandeling

"Elke Haagse inwoner zou het recht zou moeten hebben om Keti Koti te herdenken, omdat dit een belangrijke dag is in onze gezamenlijke Nederlandse geschiedenis", zegt Lesley Arp van de SP. "Wij gaan zelf als fractie een Keti Koti-wandeling doen, omdat er nog veel te leren valt over de geschiedenis."

Ook Robin Smit van de Partij voor de Dieren onderstreept dat belang. "Het wordt tijd dat wij onze koloniale geschiedenis erkennen en gaan herdenken. Daarom zijn wij voor een vrije dag op 1 juli." Nur Icar van Denk licht toe: "Het slavernijverleden is een pijnlijk hoofdstuk uit onze geschiedenis. DENK zet zich al jaren in om 1 juli een nationale vrije dag te maken. Wij doen een oproep aan alle politieke partijen om zich hiervoor in te zetten. Laten we een signaal afgeven om het belang hiervan duidelijk te maken aan de samenleving."