Het is voor de gemeente Den Haag onbekend hoeveel gedupeerden van de toeslagen affaire bij de Belastingdienst in de stad wonen. Er is dan ook geen contact geweest tussen mogelijke slachtoffers en de gemeente. Dat komt omdat het college niet beschikt over die gegevens, die worden niet door de Belastingdienst verstrekt.

Dat antwoordt het college op vragen van raadslid Roopram van Hart voor Den Haag/Groep de Mos naar aanleiding van het verhaal van een Haagse gedupeerde in de Posthoorn.  “Wij vinden het een schrijnend verhaal dat laat zien hoe mensen in de knel raken als zij geconfronteerd worden met een door de rijksoverheid veroorzaakte situatie die ze zelf niet kunnen oplossen. De daaruit voortvloeiende stress en onmacht laten diepe sporen achter. Zoals ook uit dit artikel blijkt“, aldus wethouder Van Alphen.

Doordat de gemeente geen inzicht heeft in de namen van de gedupeerden, kan Van Alphen ook niet aangeven hoeveel Haagse slachtoffers van de affaire gebruik hebben moeten maken van gemeentelijke hulp, zoals de schuldhulpverlening dan wel - sanering of anderszins. Wel is het zo, zo stelt hij in de antwoorden, dat veel van de inwoners die door de gemeentelijke schuldhulpverlening worden geholpen, een schuld hebben bij de Belastingdienst.

Roopram vroeg het college ook of dat kan aangeven wat het wil (gaan) betekenen voor de groep gedupeerden. Van Alphen moet haar en de slachtoffers teleurstellen. “De verantwoordelijkheid voor het compenseren van deze gedupeerden ligt bij de Belastingdienst.” 

Ook komt er geen gemeentelijk aanspreekpunt voor de slachtoffers zo meldt de wethouder. Want mensen kunnen voor hulp gewoon terecht bij de bestaande dienstverlening van de afdeling financiële hulpverlening van de gemeente, laat hij Roopram weten. Voor klachten over de Belastingdienst verwijst Van Alphen de slachtoffers naar de Nationale Ombudsman.