Onderzoek heeft volgens het college uitgewezen dat er bij door de gemeente gesubsidieerde instellingen in de jaren 2017 en 2018 geen overschrijding heeft plaatsgevonden van de Wet Normering Topinkomens (WNT). Bij enkele gevallen met een hoger inkomen was sprake van het overgangsrecht van vier jaar. Daarna moet binnen drie jaar het salaris wel zijn aangepast aan de norm.

Dat betekent, zo valt te lezen in de rapportage aan de commissie Bestuur, dat er ook geen actie hoeft te worden ondernomen. Het college merkt daarbij wel op dat de WNT een algemene norm kent, maar ook de mogelijkheid om voor bepaalde sectoren afwijkende normen vast te stellen. Daarbij gaat het om de zorg-en jeugdhulp, woningcorporaties en het onderwijs. De topinkomens daar bedroegen in 2018 189.000 euro. 

In 2017 waren er 15 functionarissen, werkzaam bij 10 instellingen, die meer verdienden dan de algemene WNT-norm of het sectoraal bezoldigingsmaximum. Dit betrof 8 instellingen uit de zorg-en jeugdhulp en twee instellingen uit het onderwijs. Over het kalenderjaar 2018 waren er 11 functionarissen bij 8 instellingen: 6 instellingen bij zorg-en Jeugdhulp en twee bij onderwijs, alle binnen de norm van het geldend overgangsrecht van de WNT.