De gemeente moet andere bedrijven gaan vinden om mensen voor werkervaringsprojecten bij onder te brengen nu de raad woensdag een motie heeft aangenomen die het samenwerken op dit gebied met de bedrijven van Omar Munie verbiedt. De raad steunde een motie van Ralf Sluijs van Hart voor Den Haag/Groep de Mos om asielzoekers niet meer voor een werk-leertrajecten bij de inmiddels omstreden tassenmaker aan te bieden.

Wethouder Bert van Alphen zag het onderbrengen van mensen bij de bedrjven van Munie nog wel als mogelijkheid, het zou een kwestie zijn van  duidelijke afspraken maken. De meerderheid van de raad ging daar niet meer in mee. Terecht vond Sluijs, want er is volgens hem voldoende bewijs dat het met de arbeidsomstandigheden bij de bedrijven van de tassenmaker niet goed zit.

Munie oogste eerst veel lof met zijn initiatieven, maar later werd dat voornamelijk veel kritiek. Hij zou statushouders onvoldoende Nederlands laten oefenen en binnen zijn bedrijven zou de focus liggen op produceren in plaats van het leren van bepaalde vaardigheden. Ook zouden statushouders maanden geen salaris hebben gekregen.

Woensdag kwam ook de deal ter sprake tussen Munie en het Rijksvastgoedbedrijf bij de aankoop van diens pand aan het Noordeinde. Het RVB  verkocht het pand aan de gemeente, dat het weer doorverkocht, zonder winst, aan Munie. Dat moest zo omdat het RVB niet aan particulieren mag verkopen. Probleem voor enkele fracties is dat er toen al onduidelijkheid was over hoe Munie omging met de statushouders. 

Omdat er al een onderzoek loopt binnen het rijk naar die verkoop, wil wethouder Anne Mulder nog even wachten met een onafhankelijk onderzoek waar Sluijs ook om gevraagd had. Maar, zo zei Mulder, ik begrijp het ongemak dat bij u leeft.