Mensen die een Stolperstein (struikelsteen) willen laten plaatsen ter nagedachtenis aan in de Tweede Wereldoorlog uit hun huis weggevoerde Hagenaars, hoeven daarvoor de kosten niet meer zelf te betalen.

Een voorstel hiervoor van de PVV werd donderdag door de volledige gemeenteraad gesteund. Ook zal de gemeente Den Haag voortaan actief gaan meehelpen met het onderzoek naar de in de Tweede Wereldoorlog vermoorde Hagenaars. Nu moeten de aanvragers nog zelf zaken uitzoeken als de geboortedatum van het slachtoffer, datum en plaats van aanhouding en de datum en plaats van overlijden.

“Zo’n onderzoek is tijdrovend en drempelverhogend”, zegt gemeenteraadslid Sebastian Kruis van de PVV. “Terwijl de gemeente over alle informatie van de slachtoffers behoort te beschikken.” Dankzij de motie van Kruis hoeven de kosten van 132 euro per gemaakte struikelsteen ook niet meer door de aanvrager te worden betaald.

Voor zover bekend zijn in Den Haag tot nu toe ruim 150 Stolpersteine geplaatst. Deze stenen zijn een project van de Duitse kunstenaar Gunther Demnig, ter nagedachtenis aan in de Tweede Wereldoorlog vermoorde Joden, Sinti, Roma, Jehova’s Getuigen en verzetsmensen.

De struikelstenen dragen een messing plaatje met daarop de naam, de geboortedatum, de deportatiedatum en plaats en datum van overlijden van het slachtoffer. De steen wordt in de bestrating van het woonhuis van het oorlogsslachtoffer geplaatst.

Door corona is het de afgelopen anderhalf jaar niet gelukt om nieuwe Stolpersteine in Den Haag te plaatsen. Het is de bedoeling dat de kunstenaar Gunther Demnig op 24 november weer naar Den Haag komt voor een 39 nieuwe plaatsingen.