Den Haag sluit de programmarekening over 2019 dan wel af met een kleine plus van 1,4 miljoen euro, maar het teert ook fors in op de algemene reserve met 10 miljoen euro. Dat blijkt uit de vandaag gepresenteerde programmarekening.

De belangrijkste financiële buffer staat hiermee flink onder druk, zo geeft wethouder Financiën Revis aan. Grootste oorzaak zijn de hogere kosten van jeugdhulp en zorg. Beide sectoren blijven in de toekomst een bittere pil, zo stelt hij. Revis wijst daarbij op het feit dat het Rijk 'de gemeente grote extra verantwoordelijkheden geeft zonder bijbehorende middelen". 

Revis wijst er in zijn begeleidende schrijven op dat eind 2019 de begroting tussentijds al is geactualiseerd om zo te kunnen bijsturen waar nodig. Dat was toen nodig om een tekort van 45 miljoen euro op de jeugdhulp en de zorg voor het lopende jaar incidenteel op te lossen.

"Daar komt de tegenvaller van het gemeentefonds bij", zo stelt de wethouder. "Dat beweegt trap-op-trap-af mee met de daadwerkelijke rijksuitgaven. De gemeente heeft in de begroting rekening gehouden met deze groei van het gemeentefonds. In de praktijk zien we dat het Rijk zijn ambities niet (volledig) waarmaakt en daardoor structureel met onderbesteding kampt. "

Revis wijst daarbij naar het feit dat het Rijk volgens hem geld dat er wel is niet uitgeeft. Deze zogenoemde onderbesteding "leidt ertoe dat via de trap af systematiek Den Haag, net als alle andere gemeenten, jaarlijks te maken krijgt met een nadelige naheffing op het gemeentefonds. Deze naheffing kostte Den Haag in 2019 14 miljoen euro.

Naar aanleiding van het uitbreken van de coronacrisis, die volgens de wethouder Den Haag hard raakt, kondigde Revis al eerder aan de voorjaarsnota uit te stellen zodat de gevolgen van de crisis goed in kaart kunnen worden gebracht. “Het beheersen van de gevolgen van de coronacrisis is nu de eerste en hoogste prioriteit van het stadsbestuur. "