Gemeente toetst 1165 horeca- en seksvergunningen

12 June 2020, 10:06 uur
Politiek
mainImage

De gemeente Den Haag heeft in 2019 1165 aanvragen en wijzigingen van horeca- en seksvergunning getoetst aan de Wet Bibob. Doel van de wet is kortweg gezegd criminele activiteiten tegen te gaan. In totaal zijn vervolgens 24 Bibob-toetsen uitgevoerd, in 17 gevallen is uiteindelijk besloten geen vergunning af te geven.

Dat antwoordt het college de fractie van Christenunie/SGP die daarover vragen stelde naar aanleiding van de presentatie van de Programmarekening 2019. 

Volgens het stadsbestuur is de 'regel' dat grofweg een kwart van de aanvragen leidt tot nader onderzoek. 'Alleen bij voldoende concrete aanwijzingen kan de wet worden gebruikt'. Van de 17 keer dat ondernemers met 'malafide intenties' zijn geweerd, betrof het 11 weigeringen van de vergunningaanvraag, 4 keer werd de aanvraag tijdens de procedure ingetrokken en 2 aanvragen zijn helemaal buiten behandeling gelaten. Waarom geeft het college in zijn antwoorden niet aan.

Bij 10 van de aanvragen voor een horeca- en seksvergunning heeft de gemeente bijzondere voorwaarden gesteld voor tot verlening werd overgegaan. 

De fractie vroeg het college ook naar de activiteiten van het Haags Economisch Interventie Team (HEIT). Dat werkt ook aan het aanpakken van ondermijnende en criminele bedrijven en misstanden in de prostitutie, maar dan vooral signaalgericht.

Het onderdeel Malafide Bedrijvigheid voerde in 2019 356 bestuurlijke (her)controles uit bij malafidebedrijven. Bij bijna alle ondernemingen werden misstanden geconstateerd en is actie ondernomen door de daarvoor bevoegde partijen. Later dit jaar komen wij met een analyse over de afgelopen twee jaar, zo meldt het college. 

Het HEIT-onderdeel Prostitutie voerde vorig jaar 339 controles uit, 280 in de zogenoemde vergunde branche en 59  in de niet-vergunde branche. Hoe vaak zijn daar misstanden geconstateerd, wilde de CU/SGP-fractie weten. Daar kreeg zij geen rechtstreeks antwoord op, wel gaf het college aan dat 'alle signalen van gedwongen prostitutie (mensenhandel) of illegale tewerkstelling zijn doorgezet naar de Opsporing van de politie (AVIM). Sekswerkers worden doorverwezen naar hulpinstanties'. 

Ook geeft het college aan dat vorig jaar in 9 gevallen bestuurlijke opvolging is geweest bij vergunningsovertredingen in de vergunde prostitutiebranche. Bij de 51 prostitutiecontroles in woningen in de niet-vergunde prostitutiebranche volgde dezelfde maatregel.