Generieke korting lijkt culturele sector niet echt te helpen

12 October 2020, 11:38 uur
Politiek
mainImage

Als de gemeenteraad maandagavond bij de besluitvorming over het Kunstenplan 2021-2024 zou besluiten tot een generieke korting voor alle instellingen die in aanmerking komen voor meer dan 1 miljoen aan subsidie, dan is dat in strijd met de rechtszekerheid. Het college kan de spelregels van het verlenen van subsidies aan de kunst- en cultuurinstellingen in de stad namelijk niet aan het eind van het proces veranderen. 

Dat laat het college, wethouder Robert van Asten, maandagochtend weten in een door de raad gevraagde juridische toelichting op het meerjarenbeleidsplan. Instellingen die door de generieke maatregel zouden worden getroffen, kunnen daar weer beroep tegen indienen. De gemeente heeft een recht op subsidie beschikbaar gesteld voor alle aanvragers die aan die criteria voldoen, zo staat te lezen in de toelichting.

Het idee was om het geld dat vrij zou kunnen komen door een generieke korting, te gebruiken voor instellingen die nu helemaal buiten de boot vallen of waarvan de subsidie wordt gekort. Dat lijkt dus bijna onmogelijk om te doen.

Wel kan de raad besluiten het huidige subsidieplafond in zijn totaal naar boven bij te stellen, maar zo geeft het colllege aan 'dan nog moet ook het hogere subsidieplafond op dezelfde wijze worden verdeeld als nu vastgelegd in artikel 4:2 van de subsidieregeling'. Dat betekent feitelijk dat het hogere budget waarschijnlijk terechtkomt bij dezelfde positief beoordeelde instellingen die in het advies van de commissie-Leertouwer  eigenlijk ruimhartiger gehonoreerd zouden moeten worden, maar waar de financiële middelen te beperkt voor waren. 
 
De raad kan ook besluiten om een aparte subsidieregeling vast te stellen. Maar dan moeten de raadsleden wel de groep potentiële aanvragers bepalen alsmede het maximale budget, de criteria en de verdeelwijze.  De toelichting geeft ook aan dat de gemeenteraad middels een amendement het college kan opdragen om geld toe te kennen aan een specifieke culturele instelling, dus geheel buiten de subsidieregeling om.

Daar zitten dan echter ook wel weer haken en ogen aan, want zoiets moet dan niet alleen passen binnen de doelstellingen van het Haagse kunst- en cultuurbeleid maar er moet ook een financiële dekking voor zijn.

De raad kan ook een aantal instellingen met naam en bedrag opnemen in de begroting (begrotingssubsidies), zo geeft de juridische toelichting aan, op basis waarvan de gemeente subsidie kan verstrekken. Maar, eigenlijk is deze juridische mogelijkheid alleen bedoeld voor de situatie waarin er maar één organisatie is die de gewenste activiteiten voor meerdere jaren (en op de gewenste manier) kan uitvoeren.