GroenLinks wil dat het college samen met de Haagse clubscene een plan opstelt om het 'al weinig uitbundige nachtleven' in de stad te redden. Raadslid Marielle Vavier wijst voor de noodzaak daarvan op de aangekondigde sluiting van club Magazijn bij de Grote Markt. Zij spreekt daarbij over 'een gevoelig verlies voor het nachtleven'. Het gevraagde plan moet ervoor zorgen dat er na de coronacrisis in de stad nog plekken overblijven om ’s-nachts te dansen.

Volgens Vavier zijn clubs essentieel voor een divers en interessant nachtleven. "In Den Haag was het aantal nachtclubs voor het uitbreken van corona al op één hand te tellen en daarmee al zeer beperkt ten opzichte van andere grote steden. Als we een aantrekkelijke stad voor jongeren en studenten willen zijn, dan is het essentieel dat er voldoende nachtclubs overblijven."

Zij geeft daarbij aan dat clubs als The Grey Space in the Middle, Westwood en Pip Den Haag door de maatregelen rond de pandemie in zwaar weer verkeren waardoor het onzeker is 'of er na corona nog plekken zijn voor ontspanning, ontdekking en ontmoeting in de nacht'. In het op te stellen plan zou de gemeente bijvoorbeeld geschikte lokaties voor nachtelijke feesten kunnen aanwijzen.

Ook wil het raadslid dat de gemeente, in navolging van de andere drie G4-steden, bij het Rijk aandringt op meer aandacht en steun voor deze specifieke sector. Haar HSP-collega Joris Wijsmuller wees daar maandag in een tweet ook al op. Hij vroeg zich af waarom wethouder Robert van Asten niet met zijn collega's uit Amsterdam, Rotterdam en Utrecht was opgetrokken richting de minister om meer geld te vragen voor de sector. Hij vond het 'pijnlijk' dat het college de brief aan het kabinet niet mede had ondertekend.

Volgens de woordvoerster van Van Asten ondersteunt hij de oproep 'natuurlijk'. "De gemeente ondersteunt ook waar het kan binnen de regelingen. Culturele organisaties in het nachtleven zoals PIP of Paard die een gemeentelijke subsidie ontvangen hebben we dan ook ruim geholpen."